proeftoets waarheid als een koe

proeftoetsje waarheid als een koe
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NLTMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

proeftoetsje waarheid als een koe

Slide 1 - Slide


vraag 7 Krijn is nooit tegen de bof gevaccineerd en heeft de ziekte nog niet gehad.
Door de activiteit van welke cellen zal hij bij een besmetting van de bof kunnen genezen?

A
geheugencellen, B-cellen en T-cellen
B
B en T-cellen
C
alleen geheugencellen en B-cellen
D
alleen B-cellen

Slide 2 - Quiz

vraag 8 Difterie
Op kerstavond 1891 injecteerde Ernst Geissler serum bij een kind dat leed aan difterie. Het kind genas wonderwel. Welke vorm van immunisatie is dit?

A
kunstmatig actief
B
kunstmatig passief
C
natuurlijk actief
D
natuurlijk passief

Slide 3 - Quiz

vraag 11: Waar of niet waar?
Slijmvliezen hebben een taak bij de afweer.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

vraag 17: Welke cellen starten de specifieke (verworven) afweer?
A
T-cellen
B
B-cellen
C
antistoffen
D
rode bloedcellen

Slide 5 - Quiz

Wat is ONJUIST over niet specifieke afweer.
A
Wordt ook wel aspecifieke afweer genoemd
B
Witte bloedcellen spelen een rol
C
Lichaamsvreemde cellen worden bestreden
D
Antistoffen spelen een rol

Slide 6 - Quiz

Alle organismen worden in 4 grote groepen ingedeeld. Dit gebeurt op basis van cel eigenschappen. Welke cel eigenschap hebben alle organismen?
A
Er is een celmembraan en celplasma
B
Er is een celwand en celplasma
C
Er is een celkern en een celwand
D
Er is een celkern en een celmembraan

Slide 7 - Quiz

Wat is het verschil tussen bacteriën en schimmels?
A
Bacteriën hebben een celwand en een celkern
B
Bacteriën hebben geen celkern
C
Bacteriën hebben geen celwand, schimmels wel
D
Ze hebben geen verschillen

Slide 8 - Quiz

Voedsel kun je langer houdbaar maken. Dit heet ..
A
consumeren
B
conserveren
C
consolideren

Slide 9 - Quiz

MHC-I receptoreiwitten tref je aan op
A
alleen leukocyten van de aspecifieke afweer
B
lichaamscellen, uitgezonderd leukocyten
C
alle lichaamscellen
D
alleen leukocyten van de specifieke afweer

Slide 10 - Quiz

antistoffen worden gemaakt door
A
B-lymfocyten
B
plasmacellen
C
T-helpercellen
D
Tc-cellen

Slide 11 - Quiz

Als je een vaccin krijgt is sprake van?
A
Natuurlijke actieve immuniteit
B
Natuurlijke passieve immuniteit
C
Kunstmatige actieve immuniteit
D
Kunstmatige passieve immuniteit

Slide 12 - Quiz

besmettingsroutes

Slide 13 - Mind map

Wat is het verschil tussen een epidemie en een pandemie?
A
Epidemie is wereldwijd, een pandemie is in één land
B
een epidemie is op één continent, een pandemie is op meerdere continenten
C
Een pandemie is op één continent, een epidemie in één land
D
Het is afhankelijk van het soort ziekte of je het een epidemie of een pandemie noemt.

Slide 14 - Quiz