This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
9-10-2024
Bonjour classe H2C!
Mercredi 9 ocotbre 2024
Slide 1 - Slide
Quel est ton restaurant préféré?
Slide 2 - Slide
L'objectifs
Interroger
Grammaire: passé composé
Corriger: les devoirs
Bron E: regarder
La fin!
Le planning d'aujourd'hui
Slide 3 - Slide
Aan het einde van de les heb je:
Frans gesproken
De grammatica van de p.c herhaald
Geoefend met de stof van chapitre 1
L'objectifs
Slide 4 - Slide
Interroger!
Slide 5 - Slide
Grammaire: Passé Composé
Om te vertellen wat je in het verleden hebt gedaan, gebruik je in het frans de passé composé. Om deze te vormen heb je het werkwoord avoir(hebben) én een voltooid deelwoord nodig.
Net zoals in het nederlands:
Ik heb gepraat
Ik heb geslapen
Ik heb gefietst
Slide 6 - Slide
Grammaire: Passé Composé
Wie kent het rijtje van Avoir helemaal?
Slide 7 - Slide
Dus.....
ik heb
j'ai
jij hebt
tu as
hij/zij heeft
il/elle a
Wij hebben, men heeft
on a
wij hebben
nous avons
jullie hebben, u heeft
vous avez
zij hebben
ils/elles ont
Het werkwoord hebben (avoir)
Het voltooid deelwoord, door '' er'' van het werkwoord af te halen en een ''é'' toe te voegen. Voorbeeld: J'ai parlé
Slide 8 - Slide
Zet de volgende zin in de passé composé: (danser) Nous......... dans un club. Begin met een hoofdletter en eindig met een punt
Slide 9 - Open question
Zet de volgende zin in de passé composé: (acheter) Ils........ un cadeau pour leur mère. Begin met een hoofdletter en eindig met een punt
Slide 10 - Open question
Zet de volgende zin in de passé composé: (donner) Le prof........ des bonbons aux élèves. Begin met een hoofdletter en eindig met een punt
Slide 11 - Open question
Zet de volgende zin in de passé composé: (demander) Vous ....... une question au prof. Begin met een hoofdletter en eindig met een punt