7-10-2024

16-09-2024
Bonjour classe H2D Ha1c!
Lundi 7 octobre 2024
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

16-09-2024
Bonjour classe H2D Ha1c!
Lundi 7 octobre 2024

Slide 1 - Slide

Quel est ton prochaine voyage?

Slide 2 - Slide

  • L'objectifs
  • Corriger: les devoirs
  • Parler!
  • Grammaire (passé composé)
  • La fin!
Le planning d'aujourd'hui

Slide 3 - Slide

Aan het einde van de les heb je:

  • Frans gesproken
  • Kennis gemaakt met de passé composé
L'objectifs

Slide 4 - Slide

Exercice: 7 
Corriger: les devoirs

Slide 5 - Slide

Phrases - clés et parler

Slide 6 - Slide

Grammaire: Passé Composé
Om te vertellen wat je in het verleden hebt gedaan, gebruik je in het frans de passé composé. Om deze te vormen heb je het werkwoord avoir(hebben) én een voltooid deelwoord nodig.

Net zoals in het nederlands:

                                                           ''Ik heb gepraat''
                                                           ''Ik heb geslapen''

Slide 7 - Slide

Grammaire: Passé Composé
Om te vertellen wat je in het verleden hebt gedaan, gebruik je in het frans de passé composé. Om deze te vormen heb je het werkwoord avoir(hebben) én een voltooid deelwoord nodig.

Net zoals in het nederlands: ''Ik heb gepraat''
                                                       ''Ik heb geslapen''

Slide 8 - Slide

Grammaire: Passé Composé
Wie kent het rijtje van Avoir nog?

Sta allemaal op we gaan een spelletje doen!

Slide 9 - Slide

Grammaire: Passé Composé
Om te vertellen wat je in het verleden hebt gedaan, gebruik je in het frans de passé composé. Om deze te vormen heb je het werkwoord avoir(hebben) én een voltooid deelwoord nodig.

Net zoals in het nederlands: ''Ik heb gepraat''
                                                       ''Ik heb geslapen''

Slide 10 - Slide

Dus.....
ik heb
j'ai
jij hebt
tu as
hij/zij heeft
il/elle a
Wij hebben, men heeft
on a
wij hebben
nous avons
jullie hebben, u heeft
vous avez
zij hebben
ils/elles ont
Het werkwoord hebben (avoir)
                           


Het voltooid deelwoord, door '' er'' van het werkwoord af te halen en een ''é'' toe te voegen. Voorbeeld: J'ai parlé


Slide 11 - Slide

Zet de volgende zin in de passé composé: (danser) Nous......... dans un club. Begin met een hoofdletter en eindig met een punt

Slide 12 - Open question

Zet de volgende zin in de passé composé: (acheter) Ils........ un cadeau pour leur mère. Begin met een hoofdletter en eindig met een punt

Slide 13 - Open question

Zet de volgende zin in de passé composé: (donner) Le prof........ des bonbons aux élèves. Begin met een hoofdletter en eindig met een punt

Slide 14 - Open question

Zet de volgende zin in de passé composé: (demander) Vous ....... une question au prof. Begin met een hoofdletter en eindig met een punt

Slide 15 - Open question

Les devoirs
Apprends: bron A , B, C et D
Fais: exercices 16, 17 et 18
La fin
Aan het einde van de les heb je:

  • Frans gesproken
  • Kennis gemaakt met de passé composé

Slide 16 - Slide

                           au revoir!

Slide 17 - Slide