Les 1 klas 2 25-8

C'est la rentrée!
Bonjour et
bienvenue!

1 / 37
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

C'est la rentrée!
Bonjour et
bienvenue!

Slide 1 - Slide

3 Hoofregels
1- Als iemand aan het woord is, is de rest van de klas stil
2- Als je iets wil zeggen/vertellen/antwoorden, vinger omhoog
3- We respecteren elkaar.

Slide 2 - Slide

Schoolspullen
Faire l'appel (de aanwezigheid registreren)
Présent
Présente
Il/elle est absent(e)

Slide 3 - Slide

Je me présente 
Je m'appelle Mme Luteyn 
Je suis votre professeur de français.
J'habite à Leiden.
J'ai un frère, il s'appelle Jesse, il a 27 ans 

Slide 4 - Slide

Programme 
Qu'est-ce qu'on va faire? (wat gaan we doen?)
-  la présence (aanwezigheid)
- planning
-se présenter
- les mots et phrases en français
-On répète 'la première année'
- Les devoirs
 

Slide 5 - Slide

Les buts

  • Ik begrijp de opzet van het boek
  • Ik kan mezelf al kort voorstellen in het Frans
  • Ik ken de basiswoorden van de brugklas

Slide 6 - Slide

Wat heb je elke les nodig?
* Opgeladen laptop
* Boek
* Etui
* Schrift

Slide 7 - Slide

Wat ik van jullie verwacht
  • Fouten durven maken en ervan leren
  • Op tijd in de les
  • Altijd spullen mee (boeken + schrift + pen + laptop)
  • Telefoon altijd in jouw tas en op stil
  • Respect naar elkaar (luisteren als de ander aan het woord is) en hand opsteken als je iets wilt zeggen

Slide 8 - Slide

Combien de mots français
tu connais déjà?
(hoeveel woorden Frans ken je al?)

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Mind map

Vocabulaire: wat weet je nog? (15 min)
  • We gaan een quiz doen in lessonup!
  • Tu peux prendre ton portable :)

Slide 11 - Slide

Parler français pendant le cours
Voici deux nouvelles phrases pour communiquer en classe!

 Écrivez dans votre cahier:
- Vous avez déjà corrigé l'intérro?
- Je n'ai plus de papier


Slide 12 - Slide

Vocabulaire: wat weet je nog? (15 min)

Slide 13 - Slide

Traduisez:
Quinze
A
14
B
15
C
16
D
17

Slide 14 - Quiz

Traduisez:
Le quartier
A
Het dorp
B
De straat
C
De wijk
D
De stad

Slide 15 - Quiz

Traduisez:
La géographie
A
Aardrijkskunde
B
Natuurkunde
C
Biologie
D
Geschiedenis

Slide 16 - Quiz

Traduisez:
La copine
A
De zus
B
De vriendin
C
Het meisje
D
De vrouw

Slide 17 - Quiz

Traduisez:
L'anglais

A
Nederlands
B
Duits
C
Engels
D
Frans

Slide 18 - Quiz

Traduisez:
Mardi
A
Maandag
B
Donderdag
C
Zaterdag
D
Dinsdag

Slide 19 - Quiz

Traduisez:
Difficile
A
Makkelijk
B
Anders
C
Moeilijk
D
Snel

Slide 20 - Quiz

Traduisez:
Le frère
A
De broer
B
De zus
C
De oom
D
De neef

Slide 21 - Quiz

Traduisez:
être
A
Hebben
B
Eten
C
Werken
D
Zijn

Slide 22 - Quiz

Traduisez:
Maar
A
Avec
B
Mais
C
Donc
D
Et

Slide 23 - Quiz

Traduisez:
Getrouwd
A
Marié
B
Regardé
C
Divorcé
D
Parlé

Slide 24 - Quiz

Traduisez:
Sept
A
Negen
B
Zeven
C
Tien
D
Twee

Slide 25 - Quiz

Traduisez:
Groot
A
Petit
B
Zut
C
Grand
D
Merci

Slide 26 - Quiz

Traduisez:
Nous avons
A
Wij zijn
B
Jullie zijn
C
Jullie hebben
D
Wij hebben

Slide 27 - Quiz

Traduisez:
Elle est
A
Hij is
B
Zij heeft
C
Zij is
D
Hij heeft

Slide 28 - Quiz

Traduisez:
Le matin
A
De middag
B
De ochtend
C
De nacht
D
De avond

Slide 29 - Quiz

Traduisez:
Ton, ta, tes
A
Jouw
B
Mijn
C
Zijn
D
Haar

Slide 30 - Quiz

Traduisez:
Qui
A
Die
B
Dat
C
Wie
D
Wat

Slide 31 - Quiz

Traduisez:
J'aime
A
Ik heb een hekel aan
B
Ik houd van
C
Ik werk
D
Ik heb liever

Slide 32 - Quiz

Traduisez:
Travailler
A
Maken
B
Werken
C
Oefenen
D
Luisteren

Slide 33 - Quiz

Traduisez:
L'élève
A
De docent
B
Het kind
C
De vriend
D
De leerling

Slide 34 - Quiz

Hoe ging de quiz?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Il y a des questions?

Slide 36 - Mind map

La prochaine fois...
* Neem je A boek mee!
*Oefen thuis nog eens met jezelf voorstellen.

Slide 37 - Slide