Benoem de onderstreepte woorden uit onderstaande zin en noteer de juiste afkorting van de woordsoort erachter. Kies uit: zn, blw, olw, bn, zww, hww, kww, aanw.vnw, vr.vnw, pers.vnw, bez.vnw, vz, bw, bep.hoofdtelw, onbep.hoofdtelw, bep.rangtelw, onbep.rangtelw, osvg en nsvg.
De knalpijpen glansden als bazuinen, de wereld leek te verschroeien in allesverzengend lawaai wanneer de jongens het gaspedaal intrapten met de koppeling in, alleen om te laten weten dat ze bestonden, zodat
niemand daaraan zou twijfelen, want
wat niet weerkaatst, bestaat niet.