2F - di. 12/11/2024

2F - di. 12/11/2024
1.                                    - is iedereen er? 
2.   Start  Chapitre  2: Tu viens chez moi?
        – Introduction - filmpje 
3.   Eb. p. 60:  A: tekst: Où est mon polo blanc? lezen
4.   Eb. p, 68: C : Phrases-clés
5.   Eb. p. 70: D : het bijv. nw. : plaats en vorm
6.   Taakwerk: laatste dia

 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2F - di. 12/11/2024
1.                                    - is iedereen er? 
2.   Start  Chapitre  2: Tu viens chez moi?
        – Introduction - filmpje 
3.   Eb. p. 60:  A: tekst: Où est mon polo blanc? lezen
4.   Eb. p, 68: C : Phrases-clés
5.   Eb. p. 70: D : het bijv. nw. : plaats en vorm
6.   Taakwerk: laatste dia

 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Eb. blz. 61

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

> misschien zo onthouden?
mooi - nieuw                     beau - nouveau
goed - oud                         bon - vieux
groot  <>  klein                 grand - petit

Slide 10 - Slide

bijvoeglijk naamwoorden
Uitleg en vragen over
de vorm van het bijvoeglijk naamwoord
oefenen

Slide 11 - Slide

De VORM van 't bijvoeglijk naamwoord 

Slide 12 - Slide

C'est un film intéressant.
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ......
A
lidwoord
B
voorzetsel
C
zelfstandig naamwoord
D
werkwoord

Slide 13 - Quiz

0

Slide 14 - Video

Het bijvoeglijk naamwoord
Un film intéressant. >> mannelijk enkelvoud
Une série intéressante. >> vrouwelijk enkelvoud
Deux films intéressants. >> mannelijk meervoud
Deux séries intéressantes. >> vrouwelijk meervoud

  • In het Frans past het bijv nw zich aan naar het zelfst nw.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Het bijvoeglijk nw. dat hoort bij een mannelijk zelfst. nw. ev. krijgt dus
A
niets erbij
B
een extra "e"
C
"es" erbij
D
"s" erbij

Slide 17 - Quiz

Het bijvoeglijk nw. dat hoort bij een vrouwelijk zelfst. nw. krijgt een extra ...
A
e
B
s
C
es
D
niets

Slide 18 - Quiz

Het bijvoeglijk nw. dat hoort bij een mannelijk zelfst. nw. in meervoud krijgt .....
A
niets erbij
B
es
C
s
D
e

Slide 19 - Quiz

Het bijvoeglijk nw. dat hoort bij een vrouwelijk zelfst. nw. in meervoud krijgt ......
A
s
B
niets erbij
C
es
D
e

Slide 20 - Quiz

Stappenplan:
1.  Wat is het zelfst. nw. waar het bij hoort?
2.  Is het zelfst. nw. mannelijk, vrouwelijk, meervoud, enkelvoud?
3. Noteer het bijv. nw. in de juiste vorm

Slide 21 - Slide

Kies het juiste antwoord:
Léa est une fille ______________ (blond).
A
blonde
B
blond
C
blonds
D
blondes

Slide 22 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
La maison est très ______________ (grand).
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands

Slide 23 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
J'ai deux cousins ____________(français) > tip: un cousin
A
française
B
français
C
françaises

Slide 24 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
J'adore les jupes ______________ (bleu)> tip: la jupe!
A
bleus
B
bleues
C
bleu
D
bleue

Slide 25 - Quiz

Maak de zin goed af:
C'est un film ___ (difficile).

Slide 26 - Open question

Maak de zin goed af:
J'adore ta robe ___ (vert) >tip: la robe.

Slide 27 - Open question

Maak de zin goed af:
Léa et Anna sont ___ (petit).

Slide 28 - Open question

Maak de zin goed af:
Ce sont deux garçons ___ (français)
tip: un garçon)

Slide 29 - Open question

Het bijvoeglijk  naamwoord
DES QUESTIONS?

Slide 30 - Slide

week 46
maken: 
- Hfd. 2: opdr. 1 t/m 12
- Dossieropdracht 3: Maak 2 Voki's bij Taaldorp Ronde 2

leren: 
- Eb. p. 88: vocabulaire A FN/NF 
- Taaldorp Ronde 2: Au café + Au bureau de tourisme

Slide 31 - Slide

Blijven zitten om over te gaan

Slide 32 - Slide