Les 2 Realistische en niet-realistische fictie

Les 2 Realistische en niet-realistische fictie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 2 Realistische en niet-realistische fictie

Slide 1 - Slide

  Goedemorgen!

* boekenpitch: Tristan-Chayenne-Yauri / Dean-Colin / Milan-Ritchie-Kamil-Jarno
* 10 minuten lezen 
* (Werkwoord)spelling
* Terugblik
* Lesdoelen
* Les 2 - Realistische en niet realistische fictie
* Evaluatie

Telefoon in je tas!

Klaarleggen:
-leesboek
-etui
-schrift/papier
-agenda
-mindmap




timer
10:00

Slide 2 - Slide

Vul de goede vorm van het werkwoord in. (verleden tijd)

nieten - Bert ___________alle blaadjes aan elkaar.
gooien - In de eerste beurt van het bowlen _____________ Janne een strike.
weten - Mijn moeder __________ niet dat ik stiekem gerookt had.

Schrijf de zinnen over en verbeter de fouten.
1. nicole zag de veerboot vanuit ameland aankomen
2. de moeder van sam zei dat hij erg hoeste in April



timer
4:00

Slide 3 - Slide

Terugblik

                 Fictie                                                Non-fictie

Wat betekenen deze begrippen?

Slide 4 - Slide

Fictie of non-fictie?

Slide 5 - Slide

Lesdoelen

-Je kunt het verschil tussen realistische en niet-realistische fictie uitleggen;
-Je kunt voorbeelden herkennen van realistische en niet-realistische fictie;
-Je kunt voorbeelden geven van realistische en niet-realistische fictie;
-Je kunt bovenstaande verwerken in je mindmap.

Procesdoelen
-Je doet actief mee;
-Je werkt geconcentreerd aan je mindmap.

Slide 6 - Slide

Realistisch / niet-realistisch
Fictie kan realistisch of niet-realistisch zijn





Slide 7 - Slide

Bekijk de volgende video's.

Gaat het om realistische of niet-realistische fictie (fantasieverhaal)?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Typ een zin die zou kunnen voorkomen in realistische fictie.

Slide 14 - Open question

Typ een zin die zou kunnen voorkomen in niet-realistische fictie.

Slide 15 - Open question

Wat: Maak de tak 'fictie' van je mindmap af.
         Welke twee zijtakjes moeten toegevoegd worden?
         En: welke uitleg past bij deze twee zijtakjes? Welke voorbeelden kun je             bedenken?

Hoe: Zelfstandig. Fluisterend overleggen mag.

Tijd: 5 minuten.

Klaar: Maak passende tekeningen bij
de tak.

Resultaat: De tak fictie is klaar.

Nabespreken
timer
5:00

Slide 16 - Slide

Zo zou je mindmap eruit kunnen zien:

Slide 17 - Slide

Huiswerk voor maandag 15 april

Oefen 10 minuten met het onderdeel spelling en/of werkwoordspelling. Kies de onderdelen die je nog lastig vindt.
Ga naar fronter > methodes > Nieuw Nederlands > Cursus 7 spelling > trainen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide