HV2 eindles

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Slide



  • Herhalen Woordenschat H1-3
  • Oefentoets
  • Leren 

Wat gaan we deze les doen?

Slide 2 - Slide

Huiswerk
Vrijdag 23 september:
Toets Woordenschat H1-3





Slide 3 - Slide

Terugblik beeldsprraak
Wanneer je iets zegt wat je niet letterlijk, maar figuurlijk bedoelt.

- Zo oud als de weg naar Rome
- Hij heeft een hoofd als een boei. 
- Iets onder de knie krijgen

Slide 4 - Slide

Vergelijking
Wat is het object, het beeld en het verbindingswoord?

- Die man lijkt wel een beer!
- Hij lacht als een boer met kiespijn. 
- Hij ging er als een haas vandoor. 

Slide 5 - Slide

Metafoor
Vergelijking: twee dingen naast elkaar (object-beeld)
Metafoor: het object wordt vervangen door het beeld.
Bijvoorbeeld: Niemand wil vriendin zijn met zo'n heks. 
Hij vliegt door die spannende boeken.


Slide 6 - Slide

Personificatie
Wanneer je iets zegt dat je niet letterlijk maar figuurlijk bedoelt, gebruik je beeldspraak.

Personificatie:
Een levenloos ding als levend persoon voorstellen.
Bijvoorbeeld: 'De toekomst lacht me tegemoet.'


Slide 7 - Slide

Testen!
Weet jij inmiddels het verschil tussen een vergelijking, metafoor en personificatie?
Pak je laptop erbij en log in in de LessonUp.

Slide 8 - Slide

Wanneer gebruik je beeldspraak?

Slide 9 - Open question

zo fris als een
A
kat
B
spin
C
hond
D
hoentje

Slide 10 - Quiz

zo slim als een
A
inktvis
B
kater
C
vos
D
hond

Slide 11 - Quiz

Wat is een metafoor?
Je mag ook een voorbeeld geven.

Slide 12 - Open question

Leg uit wat personificatie is.

Slide 13 - Open question

Zachtjes fluisteren de bomen haar naam.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 14 - Quiz

Pieter is als een sluwe vos te werk gegaan.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 15 - Quiz

Zo'n etterbak moet streng gestraft worden.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 16 - Quiz

Annie kwam aanrijden in haar koekblik is een ....?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 17 - Quiz

Zij is net een nachtegaal.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificati

Slide 18 - Quiz

De wind huilt door de bomen.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 19 - Quiz

Hij is zo sterk als een beer = een metafoor. Juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Aan de slag!
Maak een samenvatting / leer de woordjes / 
oefen de theorie via NN Online 
De eerste tien minuten werk je zelfstandig, daarna mag je zachtjes overleggen.

Klaar? 
Lezen uit je leesboek
timer
20:00

Slide 21 - Slide

Huiswerk

Vrijdag 23 september:
Toets Woordenschat H1-3





Slide 22 - Slide