KD Spaans 003a

KD Spaans 003
week 1: 
50 woorden, begroeten, afscheid nemen
week 2: 
mannelijke en vrouwelijke woorden 
lidwoorden & zelfstandige naamwoorden
enkelvoud --> meervoud
getallen 0 - 20
1 / 12
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

KD Spaans 003
week 1: 
50 woorden, begroeten, afscheid nemen
week 2: 
mannelijke en vrouwelijke woorden 
lidwoorden & zelfstandige naamwoorden
enkelvoud --> meervoud
getallen 0 - 20

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

week 3
Spaanse zinnen lezen en begrijpen 

Persoonlijke voornaamwoorden 

Werkwoorden vervoegen
correo electrónico = elektronische post 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

ik ben student
A
(yo) soy estudiante
B
(tú) eres estudiante
C
(él) es médico
D
(ella) es secretaria

Slide 3 - Quiz

De persoonlijke voornaamwoorden hoef je meestal niet te gebruiken. 
Let op de vormen van het werkwoord. 
ik heb een broer
A
(yo) tengo un hipopótamo
B
(yo) tengo una bicicleta
C
(yo) tengo un hermano
D
(yo) tengo una hermana

Slide 4 - Quiz

In het Spaans hoef je het persoonlijk voornaamwoord niet altijd uit te spreken. 
un hermano = mannelijk 
una hermana = vrouwelijk
ik heet ...
A
(yo) me llamo ...
B
(tú) te llamas ...
C
(él) se llama ...
D
(ella) se llama ...

Slide 5 - Quiz

Let op hoe het werkwoord verandert. 
mijn zus heet ...
A
mi hermano se llama ...
B
mi hermana se llama ...
C
mi padre se llama ...
D
mi madre se llama ...

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

jij hebt ...
A
(yo) tengo ...
B
(tú) tienes ...
C
(él) tiene ...
D
(nosotros) tenemos ...

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

ik ben (heb) 17 jaar
A
tengo diéciseis años
B
tengo diecisiete años
C
tengo dieciocho años
D
tengo diecinueve años

Slide 8 - Quiz

In het Spaans zeg je letterlijk 
Ik heb ...  jaren. 
mijn moeder
A
mi padre
B
mi madre
C
mi hermano
D
mi hermana

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

mi familia
  • mi padre 
  • mi madre 
  • mi hermano 
  • mi hermana

mi padre + mi madre = mis padres
mi hermano + mi hermana = 
mis hermanos 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

mi familia
  • (yo) me llamo ... 
  • mi padre se llama ... 
  • mi madre se llama ...
  • mi hermano se llama ...
  • mi hermana se llama ... 


Cómo se llaman? 
Cómo te llamas? 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

opdrachten
Maak de opdrachten over de e-mail 
op 
ItsLearning.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions