1mh - L5 P1 - hulpwerkwoorden

   Deutsch!    
1mh

Les 5 P1
Guten Morgen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

   Deutsch!    
1mh

Les 5 P1
Guten Morgen

Slide 1 - Slide

Studienführer
Voorbereiding voor les 5:
maken: Schritt 5 & 6


Verwerkingsopdrachten na les 5:
maken: Schritt 7 & 8

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
 je kunt het Duitse hulpwerkwoorden haben en sein vervoegen, in de tegenwoordige tijd

Je kent wat over jezelf vertellen in het Duits


Slide 3 - Slide

Wiederholung
Wat weet jij nog?

Slide 4 - Slide

Redemittel

Slide 5 - Slide

Redemittel

Slide 6 - Slide

ch
u
r / sie / es
ir
hr
ie / Sie

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 9 - Drag question

wir ......
A
habbe
B
haben
C
habe
D
hebben

Slide 10 - Quiz


ihr ...........
A
habt
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 11 - Quiz

Zet de juiste vorm in de zin
tegenwoordige tijd

Slide 12 - Slide

Hebben jullie een tuin?
... ihr einen Garten?

Slide 13 - Open question

... du Hunger?

Slide 14 - Open question

............... Sie Zeit für mich?

Slide 15 - Open question

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .

Slide 16 - Open question

... man dir etwas gefragt?

Slide 17 - Open question

     Grammatik: haben sein & werden
 Übungen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

het werkwoord sein
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 21 - Drag question

Ik ben nooit te laat.
Ich ... nie zu spät.
A
bin
B
ist
C
bist
D
sind

Slide 22 - Quiz

Wat zijn jouw hobby's?
Was ... deine Hobbys?
A
ist
B
bist
C
sind
D
seid

Slide 23 - Quiz

Hoe oud is jouw broer?
Wie alt ... dein Bruder?
A
bist
B
bin
C
sind
D
ist

Slide 24 - Quiz

Bent u vaak boos, meneer Karstenberg?
... Sie oft böse, Herr Karstenberg?

A
Seid
B
Sind
C
Sein
D
Bist

Slide 25 - Quiz

Ik ben nog niet in Londen geweest.
Ich ... noch nicht in Londen ... .
A
bin ... gewest
B
bin ... gewesen
C
bist ... gewest
D
bist ... gewesen

Slide 26 - Quiz

En nu de hulpwerkwoorden doorelkaar!

Weet jij  welke vorm je moet gebruiken?
uitleg

Slide 27 - Slide

Zijn jullie thuis?
... ihr zu Hause?

Slide 28 - Open question

... du Hunger?

Slide 29 - Open question

............... du Zeit für mich?

Slide 30 - Open question

Sara ... morgen 15.

Slide 31 - Open question

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .

Slide 32 - Open question

.................. du müde?

Slide 33 - Open question

... ihr diesen Sommer reisen?

Slide 34 - Open question

Studienführer
Voorbereiding voor les 4:
maken: Schritt: 3 en 4


Verwerkingsopdrachten na les 4:
maken: Schritt: 5 en 6

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide