De geslachtshormonen komen vanuit de weefselvloeistof via het celmembraan de cel binnen. Bevat de cel geen receptoreiwit voor het hormoon, dan verdwijnt het hormoon weer uit de cel. Bevat de cel wel een receptoreiwit, dan treedt een binding op tussen het hormoon en het receptoreiwit. Het gevolg daarvan is dat eiwitten worden aangemaakt.
2p 2 Waardoor kan een receptoreiwit voor oestradiol geen ander geslachtshormoon binden?
A doordat dat andere geslachtshormoon de cel niet kan binnenkomen
B doordat dat andere geslachtshormoon dit receptoreiwit onwerkzaam maakt
C doordat de bindingsplaats op het receptoreiwit bezet is door oestradiol
D doordat de structuur van dat andere geslachtshormoon onvoldoende past bij dit receptoreiwit