Schrijfwijze van getallen H3

Spelling H3 : schrijfwijze getallen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spelling H3 : schrijfwijze getallen

Slide 1 - Slide

Vind de beknopte bijzin met ‘te + infinitief’
A
De stemming goed aanvoelend sloot Elsbeth de vergadering.
B
Na te zijn opgenomen in het hospitaal ontving zij kaartjes.
C
De portemonnee, gevonden op straat, bleek leeg te zijn.

Slide 2 - Quiz

Kan een persoonsvorm ontbreken in een beknopte bijzin?
A
ja, dat moet zelfs in een beknopte bijzin
B
nee, dan klopt de zin niet meer
C
ja, dat mag ook in hoofdzinnen

Slide 3 - Quiz

Vind de beknopte bijzin met het voltooid deelwoord.
A
Na te zijn beroofd deden de toeristen aangifte.
B
De dag waarop hij was verdwenen, belden zijn ouders de politie.
C
Gearriveerd op Schiphol, zocht zij een hotel.

Slide 4 - Quiz

Vind de beknopte bijzin met het onvoltooid deelwoord.
A
Dromend over zijn toekomst viel hij in slaap.
B
Na te hebben gegeten ruimde zij de tafel af.
C
Al meerdere keren gewaarschuwd, reed hij toch weer te hard.

Slide 5 - Quiz

Welke van de volgende is een beknopte bijzin?
A
Toen ik vanochtend wakker werd, was mijn wekker nog niet gegaan.
B
Rennend over de gang botste de jongen tegen de deur.
C
Vandaag ga ik bowlen en morgen gaan we minigolfen
D
Ik hoop dat mijn familie staat te wachten als ik het vliegtuig uitkom.

Slide 6 - Quiz

Een beknopte bijzin is altijd een zinsdeelstuk.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Wat is een beknopte bijzin?
A
een bijzin met een denkbeeldig onderwerp
B
een bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm
C
geen van beide

Slide 8 - Quiz

Lesdoel
Je weet in welke gevallen getallen met cijfers of met letters geschreven moeten worden.

Slide 9 - Slide

Wat is de juiste schrijfwijze?

Julia koopt ......... tijdschriften per week.
A
zes
B
6

Slide 10 - Quiz

Filmpje
Uitleg over de schrijfwijze van getallen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Samengevat:
Je schrijft getallen in letters voor: 
- getallen tot twintig: twee, negen, zeventien, achtste, de negentiende eeuw;
- tientallen tot honderd: twintig, vijftig, tachtigste;
- honderdtallen tot duizend: driehonderd, negenhonderd;
- duizendtallen tot en met twaalfduizend: zesduizend, tienduizendste; 
- de woorden miljoen, miljard, biljoen, enz. en: vier miljoen, zeven miljardste.

Slide 13 - Slide

Samengevat:
Je schrijft getallen in cijfers voor: 
      - getallen boven de twintig
      - maten                                       -  bedragen
      - gewichten                              -  telefoonnummers
      - data                                           -  percentages
      - exacte tijdstippen



Slide 14 - Slide

Samengevat:
Let op!
    -  Je schrijft breuken los: een vierde (1/4)
        Behalve in een samenstelling (tweekwartsmaat, tweeënhalf)
   -   Als in een zin twee regels door elkaar lopen dan gebruik je beide keren              cijfers. 
   -   Bij grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en                    letters.
   -   Bij klinkerbotsing krijgen getallen in letters een trema (drieënhalf).

Slide 15 - Slide

Check!

Slide 16 - Slide


Otto speelde met .......... vrienden een potje Fortnite.
A
21
B
een en twintig
C
éénentwintig
D
eenentwintig

Slide 17 - Quiz



De minister wilde ......... miljoen bezuinigen.
A
6-tig
B
zestig
C
60

Slide 18 - Quiz


De staatsgreep vond plaats op ..........
A
vijftien mei negentieneenenzestig
B
15-5-1961
C
15 mei negentieneenenzestig
D
15 mei 1961

Slide 19 - Quiz


Om ...................... had ik een afspraak
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur
D
veertien uur

Slide 20 - Quiz

Hoewel ik om 14:00 uur een afspraak had, moest ik .............. wachten op de orthodontist.
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur

Slide 21 - Quiz

Wat vind je nog lastig aan de schrijfwijze van getallen?

Slide 22 - Open question

Ik weet de schrijfwijze van getallen in verschillende situaties
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll