T&SB@H les 6

• Nederlands tweede taal
• Secundair onderwijs

Welkom

Les 6

Wat heb jij gisteren gedaan?

Wat heeft hij gedaan?

Wat heeft de egel gedaan?

Wat heeft zij gedaan?
(gouden medaille)

Wat heeft het gedaan?
Het heeft ...

Waar is ...?

powerpoint!

Welke transportmiddelen ken je?

de post

het zwembad

de bibliotheek

de school

het station

Welke richting is dit?

1. Links
2. Rechts
3. Rechtdoor

Wat is dit?

1. Een kruispunt
2. Een hoek
3. Een rondpunt / rotonde
4. Een verkeerslicht

Welke richting is dit?

1. Links
2. Rechts
3. Rechtdoor

Wat is dit?

1. Een kruispunt
2. Een hoek
3. Een rondpunt / rotonde
4. Een verkeerslicht

Wat is dit?

1. Een kruispunt
2. Een hoek
3. Een rondpunt / rotonde
4. Een verkeerslicht

Welke richting is dit?

1. Links
2. Rechts
3. Rechtdoor

Wat is dit?

1. Een kruispunt
2. Een hoek
3. Een rondpunt / rotonde
4. Een verkeerslicht

Geef de instructies voor de weg!

Hoe geef je instructies?

Draait naar rechts!

1. juist
2. fout

Neem jij de eerste straat links!

1. juist
2. fout

Rijdt rechtdoor!

1. juist
2. fout

Ga tot aan de rotonde!

1. juist
2. fout

SPREEKOEFENING IN DUO

oefening 1

(zie document in je mail)

Ik heb de cursus interessant gevonden.

😒🙁😐🙂😃

Ik heb veel bijgeleerd in de les
Taal en Structuur.

😒🙁😐🙂😃

Ik heb de lessen leuk en interactief gevonden.

😒🙁😐🙂😃

De lerares was goed.

😒🙁😐🙂😃

Ik wil graag nog eens een cursus Taal en Structuur doen.

😒🙁😐🙂😃

Bedankt voor de leuke lessen!

Veel succes met de volgende module!!!

https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLSfmhP3Ut8kT1ctQLsOve6kJtXTY3ufqOI8cyN-oXOUeQsuvKg/viewform?usp=sf_link

Grammatica quiz!

In groepjes van 3 à 4.

Race!

- perfectum:

https://view.genial.ly/609aeca08afaa80d89a4055c

- ladders en slagen (vooral vocabularium):

https://view.genial.ly/60a0de2fac2e320d1b96d02c

Nog wat grammatica!

- perfectum:

https://view.genial.ly/609aeca08afaa80d89a4055c

- ladders en slagen (vooral vocabularium):

https://view.genial.ly/60a0de2fac2e320d1b96d02c

Pauze

Ken je ze nog?

eerst de draaikaartjes klassikaal doen met timer

csn krijgen dan 5minuten om ze te herhalen

opnieuw met timer, score verbeteren

https://www.bookwidgets.com/play/4fyxfHW6-iQAFfwtrfAAAA/3CMHZ3C/openbaar-vervoe

Dialoog de trein

Loketbediende

Reiziger

LOKETBEDIENDE	REIZIGER
	Excuseer meneer/mevrouw. Een ticket enkel/heen en terug naar ... alstublieft.
Dat is dan ... euro.
	Hoe laat vertrekt de trein?
	Op welk spoor vertrekt de trein?
	Moet ik overstappen?
	(Hoelang moet ik daar wachten?)

Dialoog de bus

Buschauffeur

Reiziger

BUSCHAUFFEUR	REIZIGER
	Excuseer meneer/mevrouw. Stopt u aan ...?
Nee.
	Welke bus moet ik nemen voor ...?
Bus nummer ...
	Hoe laat vertrekt de bus?
Om...
	Dank u wel

BUSCHAUFFEUR	REIZIGER
	Excuseer meneer/mevrouw. Stopt u aan ...?
Jazeker.
	Waar moet ik afstappen?
Aan ...
	Kunt u mij verwittigen?
Jazeker.
	Hoe laat vertrekt de bus?
Om...
	Dank u wel

Luisteren of lezen

2 groepen:

1 groep leest

1 groep luistert

Wat zijn de 5 verschillen?

Duo's: 1 cursist uit lezen, 1 cursist uit luisteren.

De verhalen zijn bijna identiek.

Er zijn 5 verschillen.

Zoek de verschillen.

Ik ben gisteren naar het zwembad gegaan. Ik ben met de bus gegaan. Aan de bushalte is bus nummer 14 eerst gestopt.

Ik heb gevraagd 'Stopt u aan het zwembad?'.

De buschauffeur heeft geantwoord: 'Nee, u moet bus nummer 40 nemen.'

Ik heb gewacht op bus nummer 40. Ik ben opgestapt op bus nummer 40. Ik heb aan de buschauffeur gevraagd: 'Waar moet ik afstappen voor het zwembad?'

De buschauffeur heeft geantwoord: 'Aan de halte 'Olympos'.

Ik heb gevraagd: 'Kunt u mij verwittigen?'

Dat was goed voor de buschauffeur.

Aan de halte 'Olympos' ben ik afgestapt. Ik ben om 14.30u gearriveerd. Ik heb goed gezwommen. Het was een leuke namiddag.

Nog vragen?

anders:

memory 10 woorden

tik tak boem

pictionary...

_______ fruit is gezond. (het fruit)

1. Rood
2. Rode

Het _______ huis is oud.

1. Rood
2. Rode

Peters auto is _______

1. Rood
2. Rode

_______ appels zijn lekker.

1. Rood
2. Rode

De _______ brandweerauto stopt bij het stoplicht.

1. Rood
2. Rode

Deze aardbeien zijn _______

1. Rood
2. Rode

Het meisje heeft een _______ fietsje.

1. Rood
2. Rode

Ik vind _______ rozen mooi.

1. Rood
2. Rode