Zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Nederlands

Nederlands

Herhaling zinsdelen

Verdeel in zinsdelen:
De docent herhaalt vandaag alle lesstof van grammatica van de zinsdelen.

Typ de zin over en verdeel de zin in zinsdelen.

Alle bladeren van de loofbomen zullen in de herfst een andere kleur krijgen.

Typ de onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen.

Bakker Batjes doet binnenkort met een belangrijke bakwedstrijd mee.

In elke zin zitten werkwoorden

Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm.

Een persoonsvorm is een werkwoord
Elke zin heeft een persoonsvorm

De persoonsvorm (pv)

• De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
• Elke zin heeft minimaal één persoonsvorm.
• De persoonsvorm (PV) is de vorm van het werkwoord waar ik, jij, hij, enzovoorts bij hoort. 
• De persoonsvorm heet persoonsvorm omdat er vaak een persoon bij hoort, maar er kan ook een dier of ding bij horen. In een samengestelde zin kunnen meerdere persoonsvormen voorkomen.

ZINSDELEN

onderwerp van een zin

- het onderwerp van een zin is: wie of wat iets doet

- het onderwerp van een zin kan één woord of meerdere woorden zijn

- het kan op verschillende plekken in een zin staan, maar het staat meestal naast de persoonsvorm

- je kunt het onderwerp van een zin vinden door de vraag te stellen:

wat of wie doet iets?

ZINSDELEN

onderwerp van een zin

BIJVOORBEELD:

Marieke schuift de deuren open.

Vraag: Wat/Wie schuift?

Antwoord: Marieke

ZINSDELEN

onderwerp van een zin

BIJVOORBEELD:

In het bos staan veel grote bomen.

Vraag: Wat/Wie staan?

Antwoord: veel grote bomen

In mijn vlog heb ik een rondleiding door mijn huis gegeven.

Persoonsvorm:
Zinsdelen:
Onderwerp:

Die sukkel vergeet altijd zijn gymkleding

Persoonsvorm:
Zinsdelen:
Onderwerp:

Maken uit je werkboekje:

Opdracht 1 & 2!