Spelling meervoud

Spelling 
Hoofdletters en meervoud
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling 
Hoofdletters en meervoud

Slide 1 - Slide



Hoe spel je het goed?

A
FC Groningen
B
fc groningen
C
Fc Groningen
D
FC groningen

Slide 2 - Quiz



Hoe spel je het goed?
A
Hans van der zande
B
Hans Van Der Zande
C
Hans van der Zande
D
Hans Van der zande

Slide 3 - Quiz

Het is weer bijna...
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 4 - Quiz

Maaarrrr
A
Kerst
B
kerst

Slide 5 - Quiz

We lezen ...
A
het Diner
B
Het Diner
C
Het diner
D
het diner

Slide 6 - Quiz

Een lekker stukje ...
A
camembert
B
Camembert

Slide 7 - Quiz

Hij is erg ...
A
Katholiek
B
katholiek

Slide 8 - Quiz

Meervoud!

Slide 9 - Slide

Hoe spel je het correct?
A
hbo's
B
hbos

Slide 10 - Quiz

Dit dan?
A
dominees
B
dominee's

Slide 11 - Quiz

En dit?
A
taxis
B
taxi's

Slide 12 - Quiz

Hoe spel je dit correct?
A
Fotografen
B
Fotograven

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste manier van spelling
A
kievitten
B
kieviten

Slide 14 - Quiz

Kies de juiste manier van spelling
A
Stommeriken
B
Stommerikken

Slide 15 - Quiz

Waarom kieviten en stommeriken?


Als de klemtoon níét op de laatste lettergreep valt, verdubbelt de laatste medeklinker niet

Slide 16 - Slide

Wat is goed?
A
industrieën
B
industriën

Slide 17 - Quiz

En hier?
A
poriën
B
porieën

Slide 18 - Quiz

Waarom? 
Klemtoon op -ie? Dan woord + ën (industrieën)
Klemtoon niet op -ie? Dan woord op n + trema op de e die er al staat (poriën)

Slide 19 - Slide

En nu?
Oefenen!
paragraaf 5 Meervoudsvorming
opdr. 2 t/m 6
paragraaf 6 Verkleinwoorden
opdr. 2 t/m 5

Slide 20 - Slide