This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
6.1 Hoeveel beïnvloed de media ons?
Slide 1 - Slide
Planning
Herhaling
Instructie 6.1
Aan het werk
Bespreken gemaakte werk
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan je:
De 4 beïnvloedingstheorieën over beïnvloeding van de media noemen.
Uitleggen wat die 4 theorieën zijn/hoe ze werken.
Slide 4 - Slide
Beïnvloedingstheorieën
Hoe groot is de invloed van media?
Wetenschappers denken daar heel verschillend over. In dit hoofdstuk worden vier beïnvloedingstheorieën besproken:
De injectienaaldtheorie
De framingtheorie
De theorie van de selectieve perceptie
De agendatheorie
Slide 5 - Slide
1. Injectienaaldtheorie:
"Druppeltje voor druppeltje spuit de media ons vol met ideeën. Het publiek neemt de boodschap van media klakkeloos over"
Bij deze theorie spelen de begrippen manipulatie en indoctrinatie een belangrijke rol.
Slide 6 - Slide
1. injectienaaldtheorie
manipulatie: vervormde informatie geven zonder dat het publiek het merkt.
indoctrinatie: het systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen aan het publiek.
Slide 7 - Slide
2. Framingtheorie
De media kunnen een onderwerp op een bepaalde manier belichten
– framen –
waardoor de wijze waarop je over het onderwerp gaan nadenken en praten wordt gestuurd.
Deze framing kan bewust of onbewust gedaan worden.
Slide 8 - Slide
2. Framingtheorie
Slide 9 - Slide
2. Framingtheorie
de media belichten een onderwerp op een bepaalde manier.
Slide 10 - Slide
3. Selectieve perceptie theorie
de mediagebruikers maken zelf een keuze uit het aanbod van de media.
mediagebruikers bepalen dus zelf wat ze wel of niet kijken. keuze werkt als een filter, algoritmes versterken dit.
Je gelooft alleen wat bij je mening past.
Slide 11 - Slide
Agendatheorie
De media hebben (door de hoeveelheid aandacht die ze aan bepaalde onderwerpen besteden) invloed op waar mensen over praten en wat mensen belangrijk vinden, maar hebben media geen directe invloed op hoe mensen over deze onderwerpen denken.
Slide 12 - Slide
Maken van opdrachten
Wat ga je doen?
Blz.75: 1/2/4
blz. 78/79: 9 t/m 13
Klaar? Maak de begrippenlijst + samenvatting
timer
15:00
Slide 13 - Slide
Les 2
Beïnvloedingstheorieën
Slide 14 - Slide
planning
- Wat weet je nog? (quiz)
- Maken opdracht 6.1
- Bespreken opdrachten 6.1
Slide 15 - Slide
Volgens welke theorie heeft de media weinig invloed op mensen? Mensen bepalen volgens deze theorie zelf wat ze willen horen en zien.
A
injectienaaldtheorie
B
framingtheorie
C
theorie van selectieve perceptie
D
de agendatheorie
Slide 16 - Quiz
"Squid Game massaal nagespeeld op de basisschool: ‘Ouders realiseren zich niet wat de impact is’"
Welke theorie over de invloed van media past het beste bij deze titel?
A
injectienaaldtheorie
B
framingtheorie
C
selectieve perceptie
D
agendatheorie
Slide 17 - Quiz
Bij welke theorie passen deze uitspraken het beste?
A
De injectienaald theorie
B
De framingtheorie
C
De theorie van de selectieve perceptie
D
De agendatheorie
Slide 18 - Quiz
In ieder journaal gaat het over corona dus in mijn familie wordt er ook veel over gepraat.
A
Injectienaaldtheorie
B
framingtheorie
C
Selectieve perceptie
D
Agendatheorie
Slide 19 - Quiz
Welk woord is een voorbeeld van framing?
A
Coronavirus
B
avondklok
C
straatagent
D
plofkip
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Welk begrip past het beste bij de foto op de vorige dia?