Les 1; doelen en vormen van gesprek

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Lesdoelen 

- Ik weet het verschil tussen een dialoog, monoloog en groepsgesprek

- Ik kan het doel en het publiek van een programma benoemen

Slide 3 - Slide

3 manier van spreken 
- monoloog:                        1 persoon aan het woord (bv toespraak)
- dialoog:                              gesprek tussen 2 personen
- groepsgesprek:              gesprek met 3 of meer personen

In een dialoog en groepsgesprek is er een wisselwerking: mensen luisteren naar elkaar en reageren op wat de anderen zeggen

Slide 4 - Slide

Wat is de juiste gespreksituatie (soort)?

A
dialoog
B
monoloog
C
groepsgesprek

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste gespreksituatie (soort)?

A
dialoog
B
monoloog
C
groepsgesprek

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste gespreksituatie (soort)?

A
dialoog
B
monoloog
C
groepsgesprek

Slide 7 - Quiz

Tekstdoelen en tekstsoorten
       
 Zoals je verschillende soorten teksten kunt lezen, zo kun je ook luisteren naar verschillende teksten. Gesproken teksten, bijvoorbeeld op televisie of radio, hebben dezelfde tekstdoelen en tekstsoorten als bij het lezen. 

Slide 8 - Slide


 Welk tekstdoel hoort bij het programma? Kies het goede antwoord.


 .

Spijt! – de film naar het boek van Carry Slee. Het doel van dit programma is 

 .

Reclame voor attractiepark Duinrell. Het doel van dit programma is

Slide 9 - Slide

NOS Journaal – de presentator brengt het laatste nieuws.


Sesamstraat – programma met filmpjes voor kleuters. Het doel van dit programma is

.

Spijt! – de film naar het boek van Carry Slee. Het doel van dit programma is

.

Reclame voor attractiepark Duinrell. Het doel van dit programma is
A
amuseren
B
informeren
C
overhalen
D
overtuigen

Slide 10 - Quiz


Sesamstraat – programma met filmpjes voor kleuters. Het doel van dit programma is

A
amuseren
B
informeren
C
uitleg gegeven
D
overhalen

Slide 11 - Quiz


Spijt! – de film naar het boek van Carry Slee. Het doel van dit programma is


A
informeren
B
amuseren
C
overhalen
D
overtuigen

Slide 12 - Quiz

Reclame voor attractiepark Duinrell. Het doel van dit programma is
A
informeren
B
overtuigen
C
overhalen
D
uitleg geven

Slide 13 - Quiz

Publiek
Geschreven en gesproken teksten hebben niet alleen een doel, maar ook een doelgroep. Dat wil zeggen dat ze een bepaald publiek willen bereiken. Zo is ‘SpangaS’ speciaal voor kinderen, ‘Blik op de weg’ voor volwassenen en ‘Zapp-sport’ voor sportieve jongeren.

Voor welk publiek zijn de volgende programma's bedoeld?
  • NOS Journaal
  • Sesamstraat
  • Spijt!
  • reclame voor attractiepark Duinrell

Bonusvraag: welk programma heeft het breedste publiek?

Slide 14 - Slide

Directe en indirecte rede
Er zijn twee manieren om weer te geven wat iemand zegt. Dat kan in de directe rede of in de indirecte rede. In de directe rede neem je letterlijk over wat iemand zegt. Je gebruikt de directe rede om een tekst levendiger te maken. Bij de indirecte rede neem je niet letterlijk over wat iemand zegt.







Staat de zin in de directe of indirecte reden?

De giraf vroeg aan de winkelier: 'Verkoopt u ook hele lange sjaals?'

De kat zei dat ze trek had in een muizenhapje.

Slide 15 - Slide

Aan het werk
hoofdstuk 1, kijk, luisteren en spreken, §1.6, opdracht 3, 4, 6, 8


in je ebook

Slide 16 - Slide


Afsluiting les 

Ik weet;
- het verschil tussen een dialoog, monoloog en groepsgesprek
Dit weet ik
Dit weet ik niet.

Slide 17 - Poll

Ik kan;
- het doel en het publiek van een programma benoemen
Ik kan dat
Ik kan dat niet

Slide 18 - Poll