This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Oefentoets voor het PW do 15 dec
Slide 1 - Slide
planteneters
vleeseters
alleseters
lange darmen
korte darmen
middellange darmen
knip kiezen
plooi kiezen
knobbel kiezen
Slide 2 - Drag question
Aanpassing aan een biotische factor
Aanpassing aan een abiotische factor
Dikke vacht
Dunne vacht
Snavel voor soort voedsel
Gifstoffen zodat de plant niet wordt opgegeten
Zwemvoeten
Aanpassing aan weinig licht
Slide 3 - Drag question
Fotosynthese
Verbranding
4 rijken
Bladgroenkorrels
Licht
Licht en donker
Maken van glucose
Verbruiken van glucose
verbruiken van zuurstof
Maken van zuurstof
Slide 4 - Drag question
Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant
Slide 5 - Drag question
Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand
Slide 6 - Drag question
Wat is de functie van de celkern?
A
Bepalen welke stoffen in en uit de cel gaan
B
Glucose maken
C
Alles regelen wat er in de cel gebeurt
D
Zorgen voor stevigheid
Slide 7 - Quiz
Wat zijn schimmels en bacteriën?
A
Producenten
B
consumenten
C
Reducenten
Slide 8 - Quiz
Producent
Consument
Reducent
Voedingsstoffen maken
Resten afbreken tot mineralen
Voedingsstoffen gebruiken
Slide 9 - Drag question
Kleine dieren zoals kevers en spinnen horen bij de
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
Slide 10 - Quiz
Vul de formule voor fotosynthese in!
Water
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Slide 11 - Drag question
Welke rijken doen aan verbranding?
A
Alleen planten
B
Planten en dieren
C
Alle 4 de rijken
D
Schimmels en bacteriën
Slide 12 - Quiz
Wat doen planten in het licht in de bladgroenkorrels?
Slide 13 - Open question
Waar in de cel vindt verbranding plaats?
A
In de celkern
B
In de celwand
C
In het cytoplasma
D
In de bladgroenkorrels
Slide 14 - Quiz
Determineer dit dier. Schrijf de stappen op
Slide 15 - Open question
Wanneer doet een dier aan verbranding?
A
Alleen in het licht
B
Alleen in het donker
C
Beide niet
D
In het licht en in het donker
Slide 16 - Quiz
Een juiste voedselketen is:
A
konijn-> havik-> vos
B
gras <- konijn <- vos
C
gras -> konijn -> havik -> vos
D
vos -> havik -> konijn ->gras
Slide 17 - Quiz
Wat is een populatie
A
Alle flamingo's bij een meer.
B
Een roedel wolven
C
Een paartje eksters in een boom
D
een Schol sardientjes
Slide 18 - Quiz
Wat is een ecosysteem voor eekhoorns?
A
De bomen
B
Bossen
C
zeeklimaat
D
Nederland
Slide 19 - Quiz
Wat is een levensgemeenschap?
A
Een kudde schapen.
B
Alle dieren in een bos.
C
Alle dieren en planten in een grasland.
D
Alle mieren uit een mierenkolonie.
Slide 20 - Quiz
In een natuurgebied leven veel schapen en geiten. Welk effect zal het hebben als de lynx hier wordt uitgezet op de plantengroei in dit gebied? Leg je antwoord uit.
Slide 21 - Open question
in welke groepen verdelen we de gewervelde dieren ?