Oefentoets H1 de 4 rijken en H3 planten en dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 3

Oefentoets voor het SO ma 10 okt

Herhalen H3.2/3.3.

oefenen H1 de 4 rijken en H3.1 en H3.2.

Bastvaten en houtvaten

H3.2

bastvaten en houtvaten

Houtvaten zijn dode cellen
Ze bestaan uit cellulose en houtstof

Bastvaten zijn levende cellen
Er zitten openingen in om stoffen 
door te laten

H3.3.Opslaan van reserverstoffen

 in een vrucht, 
zaad, bol of knol!

zetmeel, glucose, vetten

Voortplanting

Bloem

Stengel

Wortel

Water en mineralen opnemen

Glucose maken

Blad

Stoffen vervoeren en stevigheid geven

Welke stoffen neemt de plant waar op en hoe?

Huidmondjes

Wortelharen

Koolstofdioxide

Water

Mineralen

haaksnavel

zeefsnavel

pincetsnavel

kegelsnavel

Sleep de afbeelding van de soort snavel en het soort voedsel naar het juiste hokje.

planteneters

vleeseters

alleseters

lange darmen

korte darmen

middellange darmen

knip kiezen

plooi kiezen

knobbel kiezen

Aanpassing aan een biotische factor

Aanpassing aan een abiotische factor

Dikke vacht

Dunne vacht

Snavel voor soort voedsel

Gifstoffen zodat de plant niet wordt opgegeten

Zwemvoeten 

Aanpassing aan weinig licht

Sleep de snavel bij de bijbehorende vogel

Haaksnavel

Pincetsnavel

Kegelsnavel

Priemsnavel

Zeefsnavel

Fotosynthese

Verbranding

4 rijken

Bladgroenkorrels

Licht

Licht en donker

Maken van glucose

Verbruiken van glucose

verbruiken van zuurstof

Maken van zuurstof

Van wie is welke cel?

Dier

Schimmel

Bacterie

Plant

Celkern

Vacuole

Bladgroenkorrel

Cytoplasma

Celmembraan

Celwand

Wat is de functie van de celkern?

1. Bepalen welke stoffen in en uit de cel gaan
2. Glucose maken
3. Alles regelen wat er in de cel gebeurt
4. Zorgen voor stevigheid

Wat zijn schimmels en bacteriën?

1. Producenten
2. consumenten
3. Reducenten

Producent

Consument

Reducent

Voedingsstoffen maken

Resten afbreken tot mineralen

Voedingsstoffen gebruiken

Kleine dieren zoals kevers en spinnen horen bij de

1. Producenten
2. Consumenten
3. Reducenten

Vul de formule voor fotosynthese in!

Water

Koolstofdioxide

Glucose

Zuurstof

Hoeveel bacteriën kunnen er na drie uur zijn ontstaan uit deze bacterie? Leg je antwoord uit met een berekening.

Welke rijken doen aan verbranding?

1. Alleen planten
2. Planten en dieren
3. Alle 4 de rijken
4. Schimmels en bacteriën

Wat doen planten in het licht in de bladgroenkorrels?

Waar in de cel vindt verbranding plaats?

1. In de celkern
2. In de celwand
3. In het cytoplasma
4. In de bladgroenkorrels

Determineer dit dier.
Schrijf de
stappen op

Wanneer doet een dier aan verbranding?

1. Alleen in het licht
2. Alleen in het donker
3. Beide niet
4. In het licht en in het donker

in welke groepen verdelen we de gewervelde dieren ?

1. honden katten paarden en spinnen
2. vissen reptielen zoogdieren vogels amfibieën
3. vogels vissen bacteriën en planten
4. vissen amfibieën reptielen en zoogdieren

Wat is GEEN levenskenmerk?

1. Voeden
2. Ademen
3. Praten
4. Uitscheiden

Einde