20/6 LnH vergelijking + schrijven

Welkom!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Dagopening 

Slide 2 - Slide

Planning 

  • stillezen + woordenschat 
  • ob: opdracht vergelijking woorden opzoeken + bespreken
  • bb: schooltaalwoordenlijst: betekenis opzoeken + bespreken
  • 2e uur: schrijfopdracht 
  • 3e uur: spreekopdracht + Kahoot nieuwsquiz

Slide 3 - Slide

stillezen 
  • Schrijf moeilijke woorden op in je schrift en op het blaadje
  • 2 aparte woordenlijsten
timer
15:00

Slide 4 - Slide

lezen en maken bb 
  • lezen schoolwoordenlijst en betekenis opzoeken van woorden die je niet weet + noteren

Slide 5 - Slide

lezen en maken ob 
  • maken opdracht 2: betekenis (tweetal) bij de woorden zoeken in de tekst 

Slide 6 - Slide

Schrijfopdracht

Slide 7 - Slide

Schrijfopdracht A2
  • Je hebt sinds vorige week een bijbaantje. 
  • Je gaat een mail schrijven aan je vriend/vriendin. Schrijf over de volgende dingen:
  • Wat voor bijbaan heb je?
  • Hoe heb je de bijbaan gevonden?
  • Hoe vaak werk je daar?
  • Wat vind je leuk aan je bijbaan? Wat vind je minder leuk?
  • Hoe zijn je collega's? Hoe is je baas?
  • Laat zien dat je de regels voor het schrijven van een mail weet.

Slide 8 - Slide

Schrijfopdracht B1
  • Je wilt een televisie kopen. Je ziet een advertentie voor een tweedehands televisie van 150 euro. Je schrijft een nette mail naar J. Bosch.
  • Leg uit waarom je de e-mail stuurt.
  • Stel 3 vragen over de televisie.
  • Schrijf dat je de prijs te hoog vindt en waarom. 
  • Doe een voorstel voor een andere prijs.
  • Doe een voorstel om de televisie op te halen. (tijd, plaats)
  • Sluit de mail passend (beleefd) af. Laat zien dat je de regels voor het schrijven van een beleefde mail weet.

Slide 9 - Slide

schrijfopdracht
Schrijf een tekst in alinea's over hoe je leven eruitziet over 10 jaar. 
Beschrijf de volgende deelonderwerpen: 
studie/werk, woonsituatie, getrouwd/samenwonend, kinderen, huisdieren, land/woonplaats, enz.
Schrijf ook een alinea waarin je terugkijkt op je eerste jaren in Nederland en op de ISK. Welke verwachtingen had je, zijn die uitgekomen, wat heb je geleerd, waar ben je trots op, welke plannen/dromen heb je nog enz.
Maak een woordveld voordat je gaat schrijven. (uitleg volgt in de les)
Lengte van je tekst: minimaal 1,5 A4.  Succes!

Slide 10 - Slide

Onbekende woorden in een tekst: wat doe je?

Slide 11 - Slide

Onbekende woorden
Synoniem
ander woord met dezelfde betekenis. 
individueel --> alleen
Omschrijving
Legt in meer dan één woord de betekenis van een woord uit.
vedette --> een beroemd persoon
Voorbeeld 
Leggen de betekenis van een onbekend woord uit.
zuivelproducten --> kaas, kwark 
Tegenstelling
Tegenovergestelde van de betekenis
riante --> kleine

Slide 12 - Slide

Kahoot

Slide 13 - Slide

Wat is een vergelijking?
Kan je een voorbeeld noemen van een vergelijking?

Slide 14 - Slide

vergelijking: zo ..... 

vergelijking: zo ..... 

Slide 15 - Slide

Vergelijkingen
Een vergelijking is een vorm van beeldspraak.

Dat betekent dat je iets beschrijft door het te vergelijken met iets anders.

Zij is zo trots als een pauw.
Hij is sterker dan een beer.
Er wordt vaak gebruik gemaakt van de woorden: net zo als.... en als.......

Slide 16 - Slide

Zoek het dier bij de vergelijking
  1. Zo ziek als een...........................
  2. Zo sterk als een........................
  3. Zo glad als een...........................
  4. Zo koppig als een......................
  5. Zo dom als een...........................
  6. Zo sluw als een...........................

Slide 17 - Slide

Zoek het dier bij de vergelijking
  1. Zo ziek als een hond
  2. Zo sterk als een beer
  3. Zo glad als een aal
  4. Zo koppig als een ezel
  5. Zo dom als een ezel
  6. Zo sluw als een vos

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Nieuwsquiz week 25

Slide 20 - Slide