Signaalwoorden

Vandaag
Signaalwoorden
Oefeningen met examentexten
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EnglishSecondary Education

This lesson contains 27 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag
Signaalwoorden
Oefeningen met examentexten

Slide 1 - Slide

Signaalwoorden
Signaalwoorden geven een relatie aan tussen tekstgedeeltes.
Wanneer je ze goed kent en kan herkennen kunnen ze je een hint geven waar je kan zoeken voor bepaalde antwoorden.

Slide 2 - Slide

Signaalwoorden
Bijvoorbeeld: als een vraag specifiek vraagt naar de oorzaak voor een bepaald iets, is het handig om de oorzaak-gevolg signaalwoorden te herkennen...

Slide 3 - Slide

Bijvoorbeeld
It is not a very sunny day today, in fact it is raining. Because of the rain my clothes are wet, which means that I will have to spend a lot of time on drying my clothing.

Vraag:
Waarom zijn de kleren nat? 
Het nat worden van de kleding = gevolg.
Oorzaak-gevolg signaal woord = Because of
Oorzaak = de regen

Slide 4 - Slide

Opsommingen
Bij opsommingen worden er verschillende dingen of kenmerken of oorzaken genoemd.
Als je dus opzoek bent naar verschillende dingen (noem vier ...) dan kun je zoeken daar opsommende signaal woorden!

Slide 5 - Slide

Opsommingen
Engels
Nederlands
And
en
Also
ook / en
As well
ook
Besides
bovendien
First of all, second of all etc.
Ten eerste, ten tweede, etc.
Furthermore
verder
Too
ook

Slide 6 - Slide

Oorzaak-gevolg
Redelijk van zelf sprekend: vraagt een vraag naar een oorzaak van een bepaald resultaat óf juist naar het gevolg van een bepaalde gebeurtenis/actie/handeling o.i.d. ga je op zoek naar oorzaak-gevolg signaalwoorden

Slide 7 - Slide

Oorzaak- gevolg
Engels
Nederlands
As a result of
Als gevolg van
Because
Omdat
Because of
Doordat
Cause/ origin
Oorzaak / gevolg
Consequently
Als gevolg
Due to
Doordat

Slide 8 - Slide

Tegenstellingen
Bij tegenstellingen word een mening of conclusie tegen een ander licht gehouden.
Er wordt dus wat tegenin gebracht.
Als je wordt gevraagd over niet vragen of waarom iets niet  is gebeurt of dingen die "kunnen bewijzen dat iets niet zo is" ga je opzoek naar tegenstellende signaalwoorden

Slide 9 - Slide

Tegenstellingen
Engels
Nederlands
Although
Hoewel
But
Maar
By contrast
Daarentegen
Conversely
Daarentegen
Even though
Ook al
In spite of
Ondanks

Slide 10 - Slide

Vergelijkingen
Hier worden twee dingen met elkaar vergeleken. Wordt je gevraagd over iets waar iets anders op lijkt o.i.d. kun je opzoek gaan naar vergelijkende signaal woorden.

Slide 11 - Slide

Vergelijking
Engels
Nederlands
Compared to-with
Vergeleken met
Equally
In dezelfde mate
Just like-as
Net als
In comparison to-with
In vergelijking met
Rather (than)
Liever (dan)
Similarly
Op dezelfde manier

Slide 12 - Slide

Voorwaarde
Voorwaardelijke signaalwoorden geven aan dat iets moet gebeuren vóórdat er iets anders kan gebeuren.
Vragen zoals "wat is er nodig voor" of "waarom kon dit gebeuren/niet gebeuren" kunnen bij een voorwaardelijk signaal woord staan.

Slide 13 - Slide

Voorwaarde
Engels
Nederlands
Except
Behalve
If
Als, indien
Provided that
Mits
Unless
Tenzij
when 
wanneer
As long as
zolang

Slide 14 - Slide

Voorbeelden
Ook redelijk vanzelf sprekend. Vragen ze naar quotaties of "waaruit blijkt dat" kun je op zoek gaan naar voorbeeld signaalwoorden.

Slide 15 - Slide

Voorbeeld 
Engels
Nederlands
Even
Zelfs
For example
Bijvoorbeeld
For instance
Bijvoorbeeld
Just like-as
Net als
Such as
Zoals
say...
Zeg ....

Slide 16 - Slide

Conclusie
Ook goed te doen.
Vragen ze naar de conclusie van een schrijver, wat vind de schrijver, wat kun je opmaken uit de tekst dat soort dingen ga je opzoek naar concluderende signaalwoorden.
Staan vaak in de laatste alinea.

Slide 17 - Slide

Conclusie
Engels
Nederlands
After all
Per slot van rekening
All in all
Alles tezamen
Consequently
Dus
In brief
Kortom
In conclusion
Concluderend
In summary
Samenvatten

Slide 18 - Slide

Relativering
Relativerende signaalwoorden zijn best interessant en lijken op tegenstelling máár het grootste verschil is dat er iets wordt beweert in één tekst deel maar dat het wordt afgezwakt in het volgende tekstdeel.
In tegenstelling (haha) tot tegenstellingen waarin het het omgekeerde beweerd wordt.

Slide 19 - Slide

Relativering
Engels
Nederlands
Actually
Eigenlijk
As a matter of fact
Eigenlijk / in feite
By the way
Trouwens
In fact
Eigenlijk
Surely.... / but
toch... / maar
To be sure
Weliswaar

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link