Beperkingen in de zorg

Beperkingen in de zorg
Mens en Zorg 
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Beperkingen in de zorg
Mens en Zorg 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 
Aan het einde van de les.....

- Kun je de woorden visuele, auditieve, verstandelijke en lichamelijke beperking uitleggen en toepassen in de praktijk.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we leren?
Vandaag leren we over verschillende soorten beperkingen. 

Slide 3 - Slide

Werkdoel gericht aan taal en vak; stel duidelijke en concrete les en leerdoelen op 
Wat gaan we doen?
We gaan de nieuwe begrippen direct toepassen in een spel, waarbij jullie een parcours gaan afleggen.
Hoe? Eén van jullie zal een beperking krijgen, en de ander zal hulp verlenen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Visuele beperking 
Lichamelijke beperking 
Verstandelijke beperking
Auditieve beperking 

Slide 5 - Drag question

Zorg voor leerzaam taalaanbod: draag de lesstof op een begrijpelijke, uitdagende en interessante manier over. 
Wat is een zintuigelijke beperking?
Je bent doof
Je bent blind
Je bent doof of blind
Alle 3 onjuist

Slide 6 - Poll

This item has no instructions

Visuele beperking

Dit kan betekenen dat iemand slecht ziet, zoals moeite hebben met dingen ver weg of dichtbij zien, of helemaal niet kan zien.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Auditieve beperking 
Dit houdt in dat iemand problemen heeft met horen.
 Dit kan betekenen dat iemand bijvoorbeeld slechthorend is (moeilijk geluiden kan horen) of volledig doof is.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Zintuigelijke beperking 
Dit houdt in dat iemand moeite heeft met één of meerdere zintuigen(zien, horen, ruiken, proeven, voelen). Dit kan betekenen dat iemand moeite heeft met het verwerken van informatie uit de zintuigen, zoals iemand die niet goed kan ruiken of voelen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Verstandelijke beperking 
Een verstandelijke beperking is een ontwikkelingsstoornis waarbij iemands verstandelijke vermogens zich niet met de normale snelheid ontwikkelen. 

Er zijn verschillende gradaties van verstandelijke beperkingen:
Lichte verstandelijke beperking: IQ tussen 50 en 70.
Matige verstandelijke beperking: IQ tussen 35 en 50.
Ernstige verstandelijke beperking: IQ tussen 20 en 35.
Diepe verstandelijke beperking: IQ onder de 20.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Lichamelijke beperking 
Dit houdt in dat iemand moeite heeft met bewegen. Iemand kan bijvoorbeeld niet goed lopen of zijn handen niet goed gebruiken.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat heb jij nu geleerd? 
- Schrijf in 3 zinnen of meer op wat je hebt geleerd. 
- Je mag ook opschrijven als je iemand kent met een beperking. geef dan aan welke beperking die persoon heeft en wat je aan die persoon opmerkt.

Slide 12 - Slide

Schrijfopdracht. Laat de leerlingen  
- Laat de leerlingen elkaar ondersteunen. 
- Laat de leerling vrij in het kiezen van een schrijfopdracht. 
De woorden die centraal staan tijdens het spel 
- Visuele beperking 
- Auditieve beperking
- Lichamelijke beperking  

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Parcours
Wij gaan vandaag een parcours spel spelen (hindernisbaan).
het doel van het spel is:
- Hoe is het om een beperking te hebben 
- Hoe geef ik iemand met een beperking de juiste aanwijzingen dat past bij zijn beperking 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Uitleg hoe we de woorden gaan gebruiken 
  • Visuele beperking: Voor dit deel van het parcours dragen jullie een blinddoek. Dit betekent dat jullie niets kunnen zien en volledig op jullie partner moeten vertrouwen.
  • Auditieve beperking: Hier dragen jullie koptelefoons die alle geluiden blokkeren. Je moet vertrouwen op wat je ziet .
  • Lichamelijke beperking: In dit deel binden we één arm of been vast, waardoor je minder goed kunt bewegen. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen
We gaan een hindernisbaan afleggen en een rolstoelparcours waarbij er obstakels zijn en raad het woord.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Denken-delen-uitwisselen 
Denken:
- Wat denk je dat de grootste uitdaging zal zijn met een visuele beperking?
- Hoe denk je dat je partner je kan helpen als je niets kunt horen door de auditieve beperking?
timer
3:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Denken-delen-uitwisselen 
Delen:
- Bespreek in tweetallen wat jullie hebben opgeschreven. 
- Controleer of je klasgenoot de woorden die wij deze les hebben geleerd heeft gebruikt. 
- Wat hebben jullie nu geconcludeerd  
timer
4:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Denken-delen-uitwisselen 
Uitwisselen:
Wat hebben jullie opgeschreven?
Wat denken jullie dat de grootste uitdaging zal zijn en hoe zou jou partner hierbij kunnen helpen.

Gebruik de woorden die we hebben geleerd!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hindernisbaan
  • Jullie werken in tweetallen (docent maakt deze)
  • Laat de eerste leerling een blinddoek opzetten.
  • De tweede leerling geeft mondelinge aanwijzingen zonder aan te raken.
  • Draai de geblinddoekte leerling 3-5 keer rond om te desoriënteren.
  • De geblinddoekte leerling volgt de aanwijzingen om te lopen.
  • De leerling stapt over een stok, kruipt onder een tafel, pakt een bal van de pion en gooit deze in een bak.
  • Wissel de rollen en herhaal met de andere groep.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Raad het woord 
  • Jullie worden verdeeld in drietal
  • Elke ronde kiest elk team één speler om de "gebarenmaker" te zijn en één doven. Deze persoon trekt een kaart waarop een woord staat  en beeld dit uit. 
  • Het team probeert binnen 1 minuut te raden welk woord wordt uitgebeeld. Jullie mogen zo vaak raden als je wilt.
  • Als jullie het juiste woord raden binnen de tijd, verdient jullie team een punt.
  • Wissel de gebarenmaker in je team en speel verder met nieuwe woorden. 
  • Het team met de meeste punten aan het einde van het spel wint.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Rolstoelparcours 
- Jullie worden in twee teams en in tweetallen.
- Leerling 1: Gaat in de rolstoel zitten.
- Leerling 2: Duwt de rolstoel en zorgt voor de ander tijdens het parcours.
- Begin met het rijden over de wipwap (til de rolstoel een beetje op met je voet om eroverheen te gaan).
- Rijd daarna slalommend om de pionnen heen.
- Loop vervolgens links van de wipwap terug naar het startpunt.
- Wissel na elke ronde van rol, zodat iedereen een keer in de rolstoel heeft gezeten en heeft geduwd.
 Als je van de wipwap valt, een pion omstoot of niet om een pion heen gaat moet je opnieuw beginnen. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Veiligheid en Samenwerking
- We zitten en trekken niet aan elkaar 
- Je communiceert duidelijk 
- Je let op jou en de anders veiligheid tijdens alle spellen 
- Je werkt samen en draagt ZORG voor elkaar!!

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Zijn er vragen? 
Let op: Bij elk parcour ligt een instructiekaart met de stappen die net zijn uitgelegd!.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

3 rondes van 20 minuten 
timer
20:00

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Opruimen 
timer
5:00

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Hoe voelde het om een beperking te hebben?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Wat vond je moeilijk of makkelijk?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Hoe hebben jullie samengewerkt?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Klassikale bespreking 
- Welke opdracht vond je moeilijk en waarom?
- Hoe heeft je partner geholpen?

timer
10:00

Slide 30 - Slide

stimuleer een een groepsgesprek aan en geef de leerlingen zelf de mogelijkheid om antwoord te geven zodat zij elkaar motiveren om ook antwoord te geven. 
Feedback 

Slide 31 - Slide

Geef als docent feedback op wat je hebt gezien tijdens het parcours.
Complimenteer specifieke acties, zoals goede communicatie of geduld.
Moedig leerlingen aan door positieve punten te benadrukken en eventuele verbeterpunten te bespreken.
Wat zie je hier?
(gebruik de begrippen die je vandaag hebt geleerd!)

Slide 32 - Open question

De vragen van dia 32 t/m 35 toets je of zij de begrippen beheersen en herkennen. dit is voor jou als docent meetbaar door dat je kunt zien wat ieder leerling invult. 
Hoe noemen we deze beperking?
(gebruik de begrippen die je vandaag hebt geleerd!)

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Welke beperking zie je hier?
(gebruik de begrippen die je vandaag hebt geleerd!)

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Welke beperking zie je hier?
(gebruik de begrippen die je vandaag hebt geleerd!)

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Wat was jullie belangrijkste leermoment

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Wat vond je van deze les? 
Bespreek: Heb je nog verbeterpunten?
Afsluiting 
Bedankt voor jullie inzet en aandacht !

Slide 38 - Slide

Geef hier complimenten aan de klas 
- werkhouding 
- opgedane kennis