Inleiding: onderwerp, aanleiding schrijven, te beantwoorden vragen
Middenstuk: duiding/uitleg, beantwoorden vragen
Slot: conclusie, samenvatting, advies
opsomming: ten eerste, ten tweede, ook, verder, daarnaast, bovendien
tijd: eerst, toen, daarna, vervolgens, ten slotte, voordat, nadat
oorzaak-gevolg: doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is
tegenstelling: maar, echter, niettemin, daarentegen, aan de ene kant, aan de andere kant