Formuleren 2.4, + recap H1+H2

  1. Noem een...
  2. Terugblik
  3. Lesdoel 
  4. Uitleg Formuleren 2.4
  5. Opdrachten
  6. Lesdoel behaald?
  7. Tips & Tops
  8. Volgende wee
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

  1. Noem een...
  2. Terugblik
  3. Lesdoel 
  4. Uitleg Formuleren 2.4
  5. Opdrachten
  6. Lesdoel behaald?
  7. Tips & Tops
  8. Volgende wee

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Noem een positieve ervaring van je alternatieve stage 2 weken geleden.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

  1. Noem een...
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Uitleg Formuleren 2.4
  5. Opdrachten
  6. Lesdoel behaald?
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

1. Ik hoorde de sergeant niet,
WANT/OMDAT
ik luisterde naar Ted.
A
want
B
omdat

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

2. We moesten een ligkuil graven
EN/NADAT
we luisterden naar een instructie.
A
en
B
nadat

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

3. Hij krijgt een lift
ALS/WANT
hij naar Soesterberg moet.
A
als
B
want

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

4. Wat is fout in de volgende zin?
'Tot slot wil ik als laatste iedereen bedanken voor zijn bijdrage.''
A
laatste
B
bedanken
C
zijn
D
bijdrage

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

5. Wat is fout in de volgende zin?
'Toen Job op school kwam, zag hij dat Max het identiek zelfde shirt aanhad.'
A
kwam
B
zag
C
zelfde
D
aanhad

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

6. Wat is fout in de volgende zin?
'Volgens mijn mening kan dit verslag een stuk korter.'
A
mijn mening
B
dit
C
stuk
D
korter

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

7. Wat is er fout in de volgende zin?
'Waarvoor denk je dat we dat kompas voor hebben gebruikt?'
A
denk
B
dat
C
voor
D
gebruikt

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

8. De politici
(WACHTEN)
in spanning op de verkiezingsuitslag.
A
wacht
B
wachtten
C
wachte
D
wachtte

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

9. Het groepje jongeren
(HEBBEN)
getraind in het park.
A
hebben
B
hadden
C
hebt
D
heeft

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

10. Naar welk woord verwijst 'ZIJN' in:
Die jongen werkt hard, maar zijn vriend is nogal lui.
A
jongen
B
vriend

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

  1. Noem een...
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Uitleg Formuleren 2.4
  5. Opdrachten
  6. Lesdoel behaald?
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 
Op 19 april

hebben jullie een toets van


Formuleren en stijl
H1 + H2

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

  1. Noem een...
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Uitleg Formuleren 2.4
  5. Opdrachten
  6. Lesdoel behaald?
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 
Goede deelname in de les, het maken van de opdrachten, wordt meegenomen in de beoordeling!

Slide 15 - Slide

Aantal van jullie heeft niets, of te weinig aan zijn opdrachten gewerkt! Ward, Andy, Fabio, Jippe en Tim.
  1. Noem een...
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Uitleg Formuleren 2.4
  5. Opdrachten
  6. Lesdoel behaald?
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 
Je voorkomt een aantal veelgemaakte taalfouten.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

  1. Noem een...
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Uitleg Formuleren 2.4
  5. Opdrachten
  6. Lesdoel behaald?
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

  1. Als of dan
  2. Die, dat of wat
  3. Grootte of grote
  4. Kennen of kunnen
  5. Liggen of leggen
  6. Wil of wilt
  7. Na of naar
7 twijfelgevallen

Slide 18 - Slide

1. Als gelijk, Dan verschil
2. Die verwijst naar de-woorden, dat naar het-woorden. Wat: A. Alles, niets, iets, enige. B. Zin. C. Overtreffende trap
3. Grootte zelfst nw, grote bijv nw
4. Kennen: weten/geleerd, Kunnen: in staat zijn om iets te doen.
5. Liggen: niet bewegen, rust. Leggen: actie, iets doen.
6. Ik wil, jij wilt, u wilt, hij wil. Wilde (niet wou!)
7. Na: achter, volgend op, tt voor. Naar:  richting of verwijzing.
  1. Noem een...
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Uitleg Formuleren 2.4
  5. Opdrachten
  6. Lesdoel behaald?
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 
Maak Formuleren 2.4
opdracht 1 tm 9


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

  1. Noem een...
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Uitleg Formuleren 2.4
  5. Opdrachten
  6. Lesdoel behaald?
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 

Slide 20 - Slide

Opdrachten gemaakt?
Problemen?
Kunnen jullie de veelvoorkomende fouten nu voorkomen/herkennen?
  1. Noem een...
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Uitleg Formuleren 2.4
  5. Opdrachten
  6. Lesdoel behaald?
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 

Slide 21 - Slide

Opdrachten gemaakt?
Problemen?
Kunnen jullie de veelvoorkomende fouten nu voorkomen/herkennen?
  1. Noem een...
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Uitleg Formuleren 2.4
  5. Opdrachten
  6. Lesdoel behaald?
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 
Volgende week
GEEN LES (mondeling)

Week erna
GEEN LES (stage)

19 april
Toets Formuleren H1+H2

Slide 22 - Slide

Opdrachten gemaakt?
Problemen?
Kunnen jullie de veelvoorkomende fouten nu voorkomen/herkennen?