les 5 dd 10 december

-> heb je je schrift en pen bij de hand?
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

-> heb je je schrift en pen bij de hand?

Slide 1 - Slide

Op weg naar het eindexamen en TW2 Nederlands

Amstelveen College
5 havo 2020 - 2021
les 5 dd 10 december

Slide 2 - Slide

Programma
  • Lesdoelen
  • Wat weet je al?
  • Herhaling theorie 4: argumenteren (tot aan drogredenen)
  • Nakijken huiswerk
  • Huiswerk volgende les
  • Zelfstandig aan de slag
  • Als ik HW heb gecontroleerd, kun je eventueel nog je print van je literatuurdossier inleveren

Slide 3 - Slide

Lesdoelen

  • Je weet na deze les en na het zelfstandig doornemen en oefenen met theorie 4 (weer) wat standpunten, (tegen)argumenten, feitelijke en waarderende argumenten, weerleggingen, argumentatieschema's en argumentatiestructuren zijn
  • Je kunt deze zaken uit teksten halen en toepassen

Slide 4 - Slide

Welke vragen kun je in de toetsweek en het CSE over argumenteren verwachten?
  1. Wat is het standpunt van de schrijver over x?
  2. Welk argument (of welke argumenten) gebruikt de schrijver om zijn mening in al. y te onderbouwen? En welke sub-argumenten?
  3. Waarmee weerlegt de schrijver het tegenargument? 
  4. Van welke argumentatiestructuur is in al. z sprake?
  5. Teken de argumentatiestructuur van al. p? 
  6. Van welke drogredeneringen is er sprake in in al. q t/m r?
  7. Etc. (zie voor meer voorbeelden p. 80/81 van de examenbundel)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Agumentatiestructuren (let op: het volgende uitlegfilmje is een klein beetje verouderd) bundel: p 63
  • Enkelvoudig arg. structuur (klopt)
  • Onderschikkende arg. structuur (klopt)
  • Nevenschikkende arg. structuur
  •      a) onafhankelijk  (noemt Kuijpers 'meervoudig')
  •     b) afhankelijk  (noemt Kuijpers 'nevenschikkend') 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Agumentatieschema's: verschillende soorten argumenten (p. 67 examenbundel e.v.)
  1. Argumentatie o.b.v. autoriteit
  2. Argumentatie o.b.v. kenmerk of eigenschap
  3. Argumentatie o.b.v. oorzaak en gevolg
  4. Argumentatie o.b.v. vergelijking
  5. Argumentatie o.b.v. voorbeelden
  6. Argumentatie o.b.v. voor- en nadelen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Huiswerk voor donderdag 10 december
  • Neem de theorie in examenbundel door:
  1. v.a. p.  62  t/m 72 (tot aan par. 4, drogredenen)
  2. Maak alle tussenliggende opdrachten in je schrift
  • Neem je examenbundel en schrift mee naar de les!

Slide 11 - Slide

Afronding
  • Wat is een standpunt?
  • Welke signaalwoorden horen hierbij?
  • Wat is een (tegen)argument?
  • Welke signaalwoorden horen hierbij? 
  • Wat is een weerlegging?
  • Wat zijn feitelijke argumenten? En wat zijn waarderende argumenten?
  • Wat zijn argumentatieschema's? welke ken je
  • En, tot slot, wat zijn argumentatiestructuren? Welke drie hoofdsoorten ken je?
  • Wat zijn drogredenen? welke ken je?

Slide 12 - Slide

Keuze les / gang
  • Advies: doe in de les mee
  • Je mag eventueel op de gang, onder de volgende voorwaarden:
  1. Je wacht tot ik Som heb ingevoerd, gecontroleerd heb of je spullen bij je hebt en je hw hebt gemaakt en je noteert daarna ZELF  je naam op het bord
  2. Je bent er zelf voor verantwoordelijk dat je goed voorbereid bent op de toets (tw 2)
  3. je stoort anderen niet en je draagt een mondkapje
  4. je blijft bij het lokaal in de buurt (als ik op de gang kijk, wil ik je kunnen zien. Is dat niet zo, dan zet ik je alsnog op 'absent')

Slide 13 - Slide