BOL 1.1.2 VPK - Introductie verpleegkunde - online

Verpleegkunde 1.1.2
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verpleegkunde 1.1.2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom
  • Inchecken via Rapid
  • Camera's aan
  • Lesduur: 45 minuten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Inhoud van deze les
  • Leerdoelen
  • Geschiedenis van de zorg
  • Inrichting van huidige zorg

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen


  1. Ik kan minimaal 3 verschillende disciplines in de gezondheidszorg in Nederland benoemen.​
  2. Ik kan de belangrijkste punten uit de geschiedenis van de Nederlandse gezondheidszorg in eigen woorden vertellen.​
  3. Ik kan de maatschappelijke ontwikkelingen in de Nederlandse gezondheidszorg benoemen​
  4. Ik kan benoemen hoe de zorg in Nederland is georganiseerd



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Geschiedenis 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat spreekt je aan uit het filmpje?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Florence Nightingale
Leefde van 1820 tot 1910​

'Notes on nursing, what it is and what it is not' -> Handboek geschreven in 1859.
Een van deze notes: “doen wat in je vermogen ligt om de patiënt te helpen in zijn dagelijks functioneren, wanneer deze door ziekte, handicap of stoornis zorg nodig heeft.​

Slide 7 - Slide

De basisvoorwaarden voor excellente zorg zijn volgens Florence Nightingale aandacht, toewijding, hygiëne, eten, drinken en een schoon bed.
Wat heeft Florence Nightingale betekent voor het beroep van Verpleegkundige?

Slide 8 - Mind map

Denk aan: 
- Grondlegster van de verpleegkunde
- Lady with the lamp (Krimoorlog; liep vaak 's nachts de rondes langs oorlogsslachtoffers)
- Hamerde op hygiëne, gezonde voeding. 
- Zij heeft de eerste opleiding tot verpleegkundige opgericht
- Dag van de Verpleging (12 mei) 
- Professionalisering​
- Salaris​
- Wetenschap/wiskunde/statistiek
Hoe is de zorg georganiseerd?
  • Beroepenstructuur
  • Disciplines in de zorg
  • Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG)​
  • Niveaus binnen de zorgverlening in Nederland​
  • Locatie van gegeven zorg​
  • Branches
  • Typen ziekenhuizen​
  • Care VS Cure​

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Beroepenstructuur​
Niveau 1: Zorghulp

Niveau 2: Helpende Zorg en Welzijn​
Niveau 3: Verzorgende (IG)​
Niveau 4: MBO-verpleegkundige​
Niveau 5: HBO-verpleegkundige​
Niveau 6: toekomstig HBO-verpleegkundige (regieverpleegkundige)​
Masterniveau: Nurse Practitioner (MANP), verpleegkundig specialist en Physician Assistant (PA)​





Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG)​
  • Er staan verschillende beroepen beschreven in de wet BIG, bijvoorbeeld artsen en verpleegkundigen​
  • Doel van de wet is het bewaken van kwaliteit van zorg​
  • Ook beschermt de Wet BIG patiënten tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van zorgverleners.​
  • Titelbescherming​
  • BIG-register​
  • Alle disciplines die onder de wet BIG vallen, vallen ook onder het tuchtrecht. ​





Slide 11 - Slide

In een tuchtrechtcollege zitten ook deskundigen uit de beroepspraktijk die beslissen mee over de uitspraak. ​
Wie kan er 'disciplines in de zorg' noemen?

Slide 12 - Mind map

Definitie van 'disciplines': de verschillende beroepen of hulpverleners in de zorg. 

Denk aan: 
Verpleegkundigen​
Artsen (generalisten = breed opgeleid en specialisten)​
Diëtist​
Fysiotherapeut​
Ergotherapeut​
Logopedist​
Maatschappelijk werker​
Psycholoog​
Enz…​
Niveaus binnen de zorgverlening in Nederland​
Nuldelijnszorg: preventieve zorg, bijvoorbeeld het consultatiebureau​

Eerstelijnszorg: Hier kom je als eerste mee in aanraking als je een probleem hebt, bijvoorbeeld de huisarts, thuiszorg​
Tweedelijnszorg: Specialistischer dan eerstelijnszorg. Verwijzing uit de eerste lijn nodig. Bijvoorbeeld ziekenhuis.​
Derdelijnszorg: Nog specialistischer, bijvoorbeeld bij zeldzame aandoeningen. Voorbeeld: academische ziekenhuizen.​


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Locatie van gegeven zorg​
  • Intramuraal (binnen de muren van een instelling)​
  • Semimuraal (er is geen sprake van zelfstandig wonen, maar zorgvragers worden ook niet opgenomen binnen een instelling)​
  • Extramuraal (buiten de muren van een instelling)​
  • Transmuraal (ketenzorg = alle hulpverleners werken samen; bijvoorbeeld in thuissituatie)


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Typen ziekenhuizen
Algemeen ziekenhuis​

Academisch ziekenhuis​
Categoraal ziekenhuis​
Psychiatrisch ziekenhuis (meestal afdeling binnen algemeen ziekenhuis)​
Revalidatie (is ook mogelijk binnen een verpleeghuis of extramuraal)​



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Care VS Cure​
Verzorgen ​

Wordt veelal gezien in verpleeghuizen, gehandicaptenzorg en thuiszorg​
Genezen​

Wordt veelal gezien in ziekenhuizen​
Er is niet altijd een duidelijke scheidslijn. In de thuiszorg komt Cure ook regelmatig voor, terwijl in ziekenhuizen af en toe ook Care wordt gezien.​

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wie is Florence Nightingale?
A
De grondlegster van de verpleegkunde
B
De eerste vrouwelijke arts
C
De eerste verpleegkundige die opkwam voor rechten van patiënten

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Onder welke rechtspraak val je als verpleegkundige?
A
Civiel recht
B
Tuchtrecht
C
Strafrecht

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent extramuraal?
A
In een instelling
B
Buiten een instelling
C
Ketenzorg

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent cure?
A
Behandelen
B
Verzorgen
C
Genezen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Ik vond deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

This item has no instructions