3m_K3L1_A1_voorzetsels 3e naamval

Regeln
  • Zet je microfoon alleen aan als je de beurt krijgt.
  • Chat: alleen voor de les
  • Doe mee - online methode, lessonup
... als niet: nablijven, les in mijn klaslokaal volgen, mail ouders ....
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Regeln
  • Zet je microfoon alleen aan als je de beurt krijgt.
  • Chat: alleen voor de les
  • Doe mee - online methode, lessonup
... als niet: nablijven, les in mijn klaslokaal volgen, mail ouders ....

Slide 1 - Slide

Am Ende der Stunde...
... hast du die Formen des 3. Falls kennengelernt..
Programm
  • Ppt & Vlog: Wie weit bist du?
  • 1. Fall & 4. Fall: Was weißt du noch?
  • Neu: 1. Fall & 3. Fall
  • An die Arbeit
  • Abschluss: 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

+

Slide 4 - Slide

t/m 5 februari ppt & vlog inleveren:
Wat heb je al af?
ik ben nog niet begonnen :(
aan zinnen gewerkt / af
mijn ppt is af :)
mijn vlog is af :))
ppt & vlog zijn af :)))

Slide 5 - Poll

Inleveren t/m 5 februari
... voor een cijfer!
informatie staat in SOM!!!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

ik
jij
hij
zij
(ev)
het
wij
jullie
zij (mv)
u
1e
du
sie
es
ihr
sie
4e
mich
ihn
sie
uns
sie
Sie
wir
ich
dich
Sie
es
er
euch

Slide 8 - Drag question

ik
jij
hij
zij
(ev)
het
wij
jullie
zij (mv)
u
1e
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
4e
mich
dich
ihn
sie
es
uns
euch
sie
Sie
Na bepaalde voorzetsels volgt altijd de 4e naamval!

Slide 9 - Slide

Voorzetsels met 4e naamval
durch
aus
bei
für
gegen
seit
ohne
um
mit

Slide 10 - Drag question

ik
jij
hij
zij
(ev)
het
wij
jullie
zij (mv)
u
1e
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
4e
mich
dich
ihn
sie
es
uns
euch
sie
Sie
  1. jij:          Dieses Geschenk ist für __________.
  2. jullie:    Ohne _______ ist die Party langweilig.

Slide 11 - Slide

ik
jij
hij
zij
(ev)
het
wij
jullie
zij (mv)
u
1e
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
3e
mir
dir
ihm
ihr
ihm
uns
euch
ihr
Ihr
4e
mich
dich
ihn
sie
es
uns
euch
sie
Sie

Slide 12 - Slide

ik
jij
hij
zij
(ev)
het
wij
jullie
zij (mv)
u
1e
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
3e
mir
dir
ihm
ihr
ihm
uns
euch
ihr
Ihr
  1.  zij:     Morgen gehe ich mit ___________ ins Kino.
  2. jij:      Mario hat nach ___________ gefragt.
  3. wij:    Die Blumen hast du von ______________ bekommen.

Slide 13 - Slide

ik
jij
hij
zij
(ev)
het
wij
jullie
zij (mv)
u
1e
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
3e
mir
dir
ihm
ihr
ihm
uns
euch
ihnen
Ihnen
Maak de volgende opdrachten in de online methode:
  • 3.1, Nr. 8a & 8b
  • 3.1, Nr. 9
Rest = Huiswerk maandag

Slide 14 - Slide

Anwesenheits-Check
... und einen schönen Tag noch!

Slide 15 - Slide