Zinsontleding - toetsje

Welkom A3B! Nederlands 9.00 -9.40

  • Lezen in je leesboek                                                         20 min. 

  • Nakijken diagnostische toetsje                                   20 min.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom A3B! Nederlands 9.00 -9.40

  • Lezen in je leesboek                                                         20 min. 

  • Nakijken diagnostische toetsje                                   20 min.

Slide 1 - Slide


1. Bij welke optie is de zin goed verdeeld in zinsdelen?


Hij gaf de lastige klus aan zijn slimme collega.
A
Hij | gaf | de lastige klus | aan | zijn | slimme collega.
B
Hij gaf | de lastige klus | aan | zijn slimme collega.
C
Hij | gaf | de lastige klus | aan zijn slimme collega.
D
Hij | gaf | de lastige klus | aan | zijn slimme collega.

Slide 2 - Quiz

2. Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De buurman 
wilde
gisteren
het vogelhuisje
in de boom
hangen.

Slide 3 - Drag question

3. Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
Hangjongeren
hebben
de burgemeester
veel problemen
bezorgd
afgelopen zomer.

Slide 4 - Drag question

2. Ontleed en benoem: De rol van de presentator van deze show blijft voor mij erg onduidelijk.

Slide 5 - Open question

Antwoord zin 2
De rol van de presentator van deze show | blijft | voor mij |erg onduidelijk.
  • Zoek de PV = blijft
  • Zoek het OW = de rol van de presentator van de show
  • WG of NG? (kijk of het ow iets DOET of IS) NG = blijft [erg onduidelijk] (dus GEEN lv)
  • MV = voor mij

Slide 6 - Slide

3. Ontleed en benoem: Tijdens de wintermaanden zullen mijn opa en oma in Spanje blijven.

Slide 7 - Open question

Antwoord zin 3
Tijdens de wintermaanden | zullen | mijn opa en oma | in Spanje | blijven.
1. Zoek de pv --> zullen
2. Zoek het ow --> mijn opa en oma
3. Zoek het wg/ng --> blijven = letterlijk dus wg = zullen blijven
4. LV = wat zullen mijn opa en oma blijven? = geen LV
5. BWB = tijdens de wintermaanden, in Spanje (wanneer/waar)

Slide 8 - Slide

4. Ontleed en benoem: Hans en Christel kopen elke maand een cadeau voor hun oma.

Slide 9 - Open question

Hans en Christel | kopen | elke maand | een cadeau | voor hun oma (zin 3)
PV = kopen
OW = Hans en Christel (wie kopen?)
WG = kopen
LV = een cadeau (wat kopen Hans en Christel? EERST 'wat')
MV = voor hun oma (voor wie kopen H & C een cadeau?)
BWB = elke maand (wanneer/hoe vaak)

Slide 10 - Slide

5. Ontleed en benoem: Een zak friet zal door mijn neef nooit gegeten worden

Slide 11 - Open question

Een zak friet | zal | door mijn neef | nooit | gegeten worden
PV = zal
OW = een zak friet (wie/wat zal ...?)
WG = zal gegeten worden (worden is niet het belangrijkste ww)
LV = X (wat zal een zak friet? Klopt niet)
MV = X (voor wie/wat zal een zak friet? Klopt niet)
BWB = door mijn neef

Slide 12 - Slide