Zwangerschap

Welkom!
Vandaag:
Menstruatie 
Uitleg over zwangerschap (paragraaf 3.5, 3.6 en 3.7 bladzijde 60)
Werken aan opdrachten paragraaf 3.5 werkboek
Vragen LessonUp
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Vandaag:
Menstruatie 
Uitleg over zwangerschap (paragraaf 3.5, 3.6 en 3.7 bladzijde 60)
Werken aan opdrachten paragraaf 3.5 werkboek
Vragen LessonUp

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag leren?
Vandaag gaan we leren:
Waar/hoe bevruchting verloopt.
Hoe zwangerschap verloopt.
Hoe je de zwangerschap kunt onderzoeken (prenataal onderzoek) en hiervan voorbeelden noemen. 

Slide 2 - Slide

Bevruchting
Bevruchting is het samensmelten van de kernen van de zaadcel en de eicel. Dit vind plaats in de eileider. Er kan altijd maar één zaadcel in de eicel, als die binnen is ontstaat er een ''schildje''. 

Slide 3 - Slide

Innesteling
Vervolgens gaat de bevruchtte eicel (zygote) meteen delen en naar de baarmoeder gebracht. Hier gaat het zich in het baarmoederslijmvlies nestelen. 

Slide 4 - Slide

Tweelingen

Slide 5 - Slide

Zwangerschap
In de eerste 8 weken heet de bevruchte eicel een zygote, daarna spreek je van een foetus (8 weken). Dan heeft het embryo namelijk al zijn basisvorm en is er een placenta. Dit is een ''filter'' tussen het bloed van het moeder en de foetus. Al het zuurstof en voedsel word doorgelaten, de rest niet. De embryo krijgt dit door de navelstreng binnen. Verder ligt de embryo in vruchtvliezen, en zit het in vruchtwater

Slide 6 - Slide

Foetus in baarmoeder

Slide 7 - Slide

Prenataal onderzoek (niet leren)
Tijdens de zwangerschap kan veel misgaan, dus word de zwangere moeder tijdens de zwangerschap onderzocht. Dit kan gedaan worden met een combinatietest, NIPT of echo.  

Slide 8 - Slide

Geboorte
Na ongeveer 40 weken is de foetus klaar om geboren te worden, de bevalling begint. De vrouw begint dit te merken aan weeën. Kort daarna breken de vruchtvliezen, waarmee het vruchtwater het lichaam verlaat. Gedurende tijd krijgt de vrouw meer ontsluiting waarna het kind op een gegeven moment kan uitdrijven. Nadat het kind is geboren, verlaat de placenta ook het lichaam. 

Slide 9 - Slide

Bevalling

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Ga aan de slag met de opdrachten van paragraaf 3.5 in je werkboek op bladzijde 38. Dit is huiswerk voor de volgende les. 


Slide 11 - Slide

Waar vind bevruchting plaats?
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 12 - Quiz

De moeder en foetus hebben hetzelfde bloed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Waarom word het altijd streng afgeraden dat de moeder rookt of drinkt tijdens de zwangerschap?

Slide 14 - Open question

Waar begint de bevalling mee?
A
Vliezen breken
B
Ontsluiting
C
Uitdrijving
D
Weeën

Slide 15 - Quiz

Wil je zelf kinderen?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz