This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Verder H1.7 Grammatica
Slide 1 - Slide
Programma
Geheugen opfrissen
Uitleg onderwerp
Aan de slag
Slide 2 - Slide
Pietje en Roos kopen bloemen voor de buurvrouw. Zet zinsdeelstrepen.
Slide 3 - Open question
Stappenplan zinsdeelproef:
1. Onderstreep de pv.
2. Zet voor en achter de pv zinsdeelstrepen.
3. Verander de volgorde van de zin: kijk welke woorden je samen voor de pv kunt zetten.
Voorbeeld:
1. Mandy wacht op haar moeder.
2. Mandy | wacht | op haar moeder.
3. Op haar moeder wacht Mandy.
Slide 4 - Slide
Onderwerp (o)
= Het onderwerp geeft aan wie of wat iets doet.
Pv en o horen bij elkaar, want ze staan meestal naast elkaar in een zin. vb: Pietjegooit de bal naar Bart.
Als de pv enkelvoud is, is het o ook enkelvoud. vb: De hondblaft heel luid.
Als de pv meervoud is, is ook het o meervoud. vb: De hondenblaffen heel luid.
Slide 5 - Slide
Onderwerp
Formule: Wie/wat + pv= o
Pietje geeft les aan kinderen. Wie/ wat + geeft = Pietje Onderwerp = Pietje
Slide 6 - Slide
Stappenplan ontleden
Stap 1: Vind de pv (Gebruik 1 van de 3 manieren) Stap 2: zet de pv tussen zinsdeelstrepen Stap 3: zet in de rest van de zin zinsdeelstrepen (zinsdeelproef) Stap 4: Vind het o Wie/wat + pv = o
Slide 7 - Slide
Het grote huis aan de overkant heeft veel verdiepingen. Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 8 - Quiz
Het grote huis aan de overkant heeft veel verdiepingen. Wat is het o?
A
Het grote huis
B
Het grote huis aan de overkant
C
veel verdiepingen
D
heeft
Slide 9 - Quiz
De meisjes wandelen langs het meer. Wat is hier het o?
A
De meisjes
B
wandelen
C
het meer
D
langs
Slide 10 - Quiz
Aan de slag
H1.7 Maken: Opdracht 10 t/m 15, 17, 18, 21
Wat niet af is, wordt huiswerk maandag 8 november.