lidwoorden en meervoud

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 1

het meervoud

Welk lidwoord krijgt het woord: Toilette

Welk lidwoord krijgt het woord: Problem

Welk lidwoord krijgt het woord: Mann

Welk lidwoord krijgt het woord: Zeitung

Welk lidwoord krijgt het woord: Möglichkeit

Welk lidwoord krijgt het woord: Lied

Regeln

Uitzonderingen uitgang woord op er/en/el/chen : geen uitgang (blijft hetzelfde)

Lehrer, Mittel, Wagen, Mädchen...

mannelijk: +e + Umlaut      Arzt/ Ärzte

vrouwelijk: +en +n +nen     Freundin/ Freundinnen; Katze/ Katzen

onzijdig: +e                              Schaf/ Schafe

+n

mannelijk

onzijdig

vrouwelijk

onveranderd

e + Umlaut

+ en

+e

woord uitgang op er/el/en/ chen

-nen

der Baum

1. die Baume
2. die Bäume
3. die Baüme
4. die Baumen

die Frau

1. die Fraue
2. die Frauen
3. die Fraun
4. die Fraus

der Arzt

1. die Arzten
2. die Arzte
3. die Ärzte
4. die Ärzten

das Schiff (schip)

1. die Schiffs
2. die Schiffe
3. die Schiffen
4. die Schiffer

die Lehrerin

1. die Lehrerinnen
2. die Lehrerinen
3. die Lehrerin
4. die Lehrerins

der Leser

1. die Leser
2. die Lesere
3. die Lesers
4. die Leseren

die Rose

1. die Rosen
2. die Roses
3. die Rose
4. die Rosennen

das Programm

1. die Progrämme
2. die Programme
3. die Programmen
4. die Programe

das Messer

1. die Messere
2. die Messeren
3. die Messer
4. die Messers

das Kaninchen

1. die Kaninchenen
2. die Kaninchene
3. die Kaninchen
4. die Kaninen

Maak het meervoud: der Maler

Maak het meervoud: die Note

Maak het meervoud: der Ball

Zwakke werkwoorden

We hebben gisteren een nieuwe groep werkwoorden leren kennen. Wat is de uitgang hiervan?

Noem werkwoorden die bij dit groepje horen

Hoe wordt deze groep werkwoorden vervoegd? Zoals de werkwoorden op/met....