Quiz Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Quiz 

wat zijn voedingsmiddelen

1. Producten die we eten
2. Vitaminen
3. Mineralen
4. Voedingsstoffen

Wat zijn voedingsstoffen
Geef het meest goede antwoord

1. Microvoedingsstoffen
2. Macrovoedingsstoffen
3. Microvoedingsstoffen en macrovoedingsstoffen
4. Eiwitten

Wat zit er voornamelijk in vlees aan voedingstoffen

1. Eiwitten
2. Koolhydraten
3. Vetten

Wat zit er voornamelijk in brood aan voedingstoffen

1. Eiwitten
2. Koolhydraten
3. Vetten

Wat zit er voornamelijk in olijfolie aan voedingstoffen

1. Eiwitten
2. Koolhydraten
3. Vetten

Eiwitten

Koolhydraten

Vetten

Energie en opname vitamine ADEK

Opbouw en herstel spieren en cellen

Brandstof/ energie

Noem de 2 Micronutriënten

Welke vet is in vaste vorm en mag je niet teveel van hebben omdat het hart en vaatziekten kan veroorzaken

1. Verzadigd vet
2. Onverzadigd vet

Als je al oud bent en je moet herstellen van een ziekte welke macrovoedingstof moet je meer van nemen

1. Eiwitten
2. Koolhydraten
3. Vetten

Energiebalans is als je genoeg eet naar wat je lichaam nodig heeft

1. Waar
2. Niet waar

Welke vitaminen zijn oplosbaar in water

1. A D EK
2. B C

Welke vitamine haal je uit de zon en uit vette vis en heb je nodig voor sterke botten

1. A
2. B
3. C
4. D

Welke vitamine haal je uit dierlijke producten en heb je extra nodig als je vegetariër of veganist bent

1. A12
2. B12
3. C12
4. D12

Vitamine A D E K zijn alleen oplosbaar in vet en slaan op in je lichaam

1. waar
2. niet waar

Mineralen

1. worden aangemaakt door je lichaam
2. Krijg je binnen door eten en drinken

spoorelementen

1. mineralen waar je lichaam heel veel van nodig heeft
2. mineralen waar je lichaam heel weinig van nodig heeft
3. mineralen waar je lichaam niets van nodig heeft

vezels zitten in

1. melkproducten
2. vetten en oliën
3. volkoren producten groenten en fruit

Welk mineraal heeft een zwangere vrouw nodig in de eerste weken van de zwangerschap

1. zink
2. natrium
3. foliumzuur
4. jodium

Kalium zorgt dat het bloed beter kan stollen

1. waar
2. niet waar