Unit 2: Wonen in Nederland

Unit 2: Wonen in Nederland
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Unit 2: Wonen in Nederland

Slide 1 - Slide

Lesson plan - 29 oktober
1. Getting started with the unit
- Unit about living in the Netherlands
- Vocabulary: Het huis 

2. Vocabulary rehearsal: learndutch.org
- Lesson 15 + 27
(Context + Visual)




Unit 2: Wonen in Nederland

Slide 2 - Slide

Getting started with the unit...
Before we start with the unit...
1. Create a new folder in your Dutch B folder with the name : Unit 2 - Wonen in Nederland

2. Make sure there is already 1 Google Document in the folder: 
-  'Classwork' --> Document for little tasks we do in the lesson 


Slide 3 - Slide

Het huis

Slide 4 - Mind map

Lesson plan - 5 November
1. Speaking exercise: Differences between living in The Netherlands and your home country or a country of choice. 




Unit 2: Wonen in Nederland

Slide 5 - Slide

Speaking exercise: Living in The Netherlands/Belgium
1. Think of 3 differences between living in The Netherlands/Belgium and living in your country of choice. For example: Houses, streets, surroundings, nature, transport,...
2. Create a slide for every difference and add 2 pictures (Netherlands + country of choice) to every slide (3 slides in total)
3. Prepare a short presentation in Dutch in which you can explain what you see on the pictures and what the difference is. 
4. Use a comparative for each slide!

Slide 6 - Slide

Writing exercise: de vergrotende trap (the comparative) 
Een appel is rond 
--> Een appel is ronder dan een banaan
Een stuk chocolade is lekker
--> Een stuk chocolade is lekkerder dan spruitjes 
Nederlanders zijn lang 
--> Nederlanders zijn langer dan Italianen 

Slide 7 - Slide

"ER" als plaats in een zin

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

The comparative: kleiner dan, groter dan
Omar is kleiner dan Lena.
Cristian is groter dan Khushi 
--> Comparative: adjective + er 

Pay attention:
- Sometimes the spelling changes: groot - groter / snel - sneller
- If the adjective ends on -r, we add -der: duur - duurder / ver - verder
- There are irregular forms: goed - beter / graag - liever / veel - meer /
 dikwijls - vaker / weinig - minder

Slide 10 - Slide

Lesson plan - 6 November
1. Speaking exercise: Differences between living in The Netherlands and your home country or a country of choice. --> Share your slides

2. Exercises in the booklet 'Wonen' 




Unit 2: Wonen in Nederland

Slide 11 - Slide

Lesson plan - 7 November
1. Differences between living in The Netherlands and your home country 
--> Share your Google Slides

2. Practising spelling: spellingoefenen.nl





Unit 2: Wonen in Nederland

Slide 12 - Slide

Lesson plan - 9 November
1. Booklet Wonen 
--> Vocabulary + Grammar + Listening exercises




Unit 2: Wonen in Nederland

Slide 13 - Slide

Lesson plan - 10 November
1. Opdrachten boekje 'Wonen'

2. Schrijfopdracht: Beschrijf je huis voor je penvriend (Google Document)
--> 150 words 




Unit 2: Wonen in Nederland

Slide 14 - Slide

Lesson plan - 16 November
1. Grammatica: Meervouden en voorzetsels 




Unit 2: Wonen in Nederland

Slide 15 - Slide

Lesson plan - 17 November
1. Spreekoefening: Een makeover voor mijn kamer 




Unit 2: Wonen in Nederland

Slide 16 - Slide

Lesson plan - 21 November
1. Spreekoefening: Een makeover voor mijn kamer 
--> Presentaties voorbereiden




Unit 2: Wonen in Nederland

Slide 17 - Slide

Lesson plan: 
1. Luister- en leesopdracht: Watersnoodramp 
(Tekst en vragen op de Google Drive)




Unit 2: Wonen in Nederland

Slide 18 - Slide

Luisteropdracht: De Watersnoodramp
1. Welke ramp wordt binnenkort herdacht?
2. Wat gebeurde er in 1953?
3. Waarom is de herdenking dit jaar in Oude-Tonge?
4. Hoeveel mensen kwamen om (gingen dood) door de Watersnoodramp?
5. Wat zijn de Deltawerken?
6. Wat zijn stormvloedkeringen?
7. Waarom moeten de dijken op sommige plekken hoger worden gemaakt?

Slide 19 - Slide

Lesson plan: 
* Phase 2 & 3: Booklet Wonen 
--> Vocabulary + Grammar + Listening exercises




Unit 2: Wonen in Nederland

Slide 20 - Slide

Lesson plan: 
Leesoefeningen: Openbaar vervoer in Nederland




Unit 2: Wonen in Nederland

Slide 21 - Slide

Lesson plan: 
* Phase 2 & 3: Booklet Wonen 
--> Vocabulary + Grammar + Listening exercises




Unit 2: Wonen in Nederland

Slide 22 - Slide

Lesson plan: 
1. Spreekopdracht: Mijn stad/dorp 
Maak een presentatie over jouw stad of dorp





Unit 2: Wonen in Nederland

Slide 23 - Slide