Jaar 4 leesvaardigheid H1 en H2

Welkom 


Binnen = beginnen 

Pak je boek en ga naar de juiste pagina. 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, tLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom 


Binnen = beginnen 

Pak je boek en ga naar de juiste pagina. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
We gaan de komende weken aan de slag met leesvaardigheid (H 1.2) boek A. 
De volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Open- en meerkeuze vragen
  • Functies van inleiding en slot
  • Hoofdgedachte
  • Tekstverbanden 
  • Tekstdoelen



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 
De komende weken werken we aan de volgende leerdoelen: 

  1. Je benoemt hoe je open- en meerkeuzevragen beantwoord.
  2. Je benoemt wat de functies zijn van een inleiding en slot.
  3. Je gebruikt passende tussenkopjes voor alinea's.
  4. Je verwoordt de hoofdgedachte van een tekst.
  5. Je onderscheidt tekstverbanden in een tekst met behulp van signaalwoorden.
  6. Je onderscheidt tekstdoelen aan de hand van verschillende tekstsoorten.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Meerkeuze vragen
  1. Lees eerst de vraag en bedenk zelf het antwoord. Kijk of jouw antwoord bij de antwoordmogelijkheden staat. 

  2.  Streep antwoorden die niet juist zijn weg.

  3. Ga af op je eerste indruk.

  4. Vul ALTIJD een antwoord in.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Open vragen
Soorten open vragen
  

  • Aantal woorden
  • Citeren ‘eerste twee….laatste twee’
  • Verwijzing naar welke alinea
  • Markeer de belangrijkste woorden uit de vraag

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


Ben je klaar? Ga lezen of aan de slag met een ander vak. 
Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
Wil je meer uitleg? Kom bij mij zitten.
overleggen op fluisterniveau
Wil je extra oefenen? 
Kom bij mij langs.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Functies inleiding/slot

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Functies inleiding

  • Het onderwerp aangeven of beschrijven;
  • De aanleiding noemen: de reden waarom de tekst is geschreven;
  • de centrale vraag stellen: de vraag wordt in de rest van de tekst beantwoord;
  • de mening van de schrijver geven: in de rest van de tekst geeft de schrijver argumenten voor zijn mening;
  • een korte samenvatting geven: in de rest van de tekst geeft de schrijver voorbeelden of bijzonderheden;
  • een of meer personen introduceren: in de rest van de tekst komen zij verder aan het woord.

    Een inleiding kan meer dan één functie hebben.  De inleiding trekt altijd de aandacht vd lezer

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Functies slot 

  • Een conclusie geven: deze functie herken je aan signaalwoorden als: dus, daarom, dan ook;
  • een samenvatting geven: deze functie herken je aan signaalwoorden als: kortom, samenvattend
  • een advies geven: deze functie herken je aan woorden als: het is hier beter, het is slim, het advies is
  • een waarschuwing geven
  • een toekomstverwachting uitspreken. 

    Het slot kan meer dan één functie hebben. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions


Ben je klaar? Ga lezen of aan de slag met een ander vak. 
Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
Wil je meer uitleg? Kom bij mij zitten.
overleggen op fluisterniveau
Wil je extra oefenen? 
Kom bij mij langs.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoofdgedachte
Wat is een hoofdgedachte?
De hoofdgedachte van een tekst is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Om de hoofdgedachte te achterhalen, moet je eerst weten wat het onderwerp is.

Stappenplan hoofdgedachte:
Stap 1: lees de titel en de inleiding
Stap 2: bepaal het onderwerp van de tekst
Stap 3: bedenk wat de tekst je vertelt over dit onderwerp
Stap 4: formuleer de hoofdgedachte in één zin


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is de hoofdgedachte?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions


Ben je klaar? Ga lezen of aan de slag met een ander vak. 
Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
Wil je meer uitleg? Kom bij mij zitten.
overleggen op fluisterniveau
Wil je extra oefenen? 
Kom bij mij langs.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Tekstverbanden 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met tekstverbanden
Noteer het tekstverband en signaalwoord van de onderstaande tekst.

 

1. Het zijn dus niet de jongere, maar juist de oudere werknemers die een hoger risico lopen op verzuim vanwege werkstress en burnoutklachten.


2. Bij alle leeftijdsgroepen geeft 35-40 procent aan dat werkstress de belangrijkste reden is bij werkgerelateerd ziekteverzuim. Ook het aandeel 'psychische klachten en burnout' is in het ziekteverzuim bij jongeren niet groter dan bij ouderen. 


3. Als je bij de Action wil werken moet je over verschillende kwaliteiten beschikken. Denk aan flexibel zijn, klantvriendelijk en je moet hard kunnen werken.



Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met tekstverbanden
Noteer het tekstverband en signaalwoord van de onderstaande tekst.

 

4. Daarin werd gemeld dat stressklachten op steeds jongere leeftijd voorkomen en de belangrijkste verzuimoorzaak zijn bij jongeren. Ook de Volkskrant kopte onlangs 'Stress bedreigt jongeren in harde wereld'. En zo ontstaat het beeld van een jonge generatie werknemers die al vroeg in hun loopbaan afgebrand en afgeschreven thuis zit. 



5. Ten eerste zitten er veel meer oudere dan jongere werknemers ziek thuis. Ouderen tussen de 55 en 64 jaar verzuimen bijna twee keer zoveel (5,8 procent) als jongeren tussen de 25 en 34 jaar (3 procent). 


6. In klas 3 volgen leerlingen het project Loeks. Tijdens Loeks bezoeken zij allerlei mbo-scholen, zoals Noorderpoort, Alfa College en Terra.




Slide 18 - Slide

This item has no instructions


Ben je klaar? Ga lezen of aan de slag met een ander vak. 
Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
Wil je meer uitleg? Kom bij mij zitten.
overleggen op fluisterniveau
Wil je extra oefenen? 
Kom bij mij langs.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoelen en tekstsoorten 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoel
De schrijver heeft een bedoeling met zijn tekst. Elke tekst heeft dus een tekstdoel. Als je het tekstdoel kent, begrijp je de tekst beter. Ook weet je dat of het tekstdoel past bij jouw leesdoel.
=> de bedoeling van de schrijver

Tekstsoort: 
De schrijver kiest bij zijn tekstdoel een passende tekstsoort. 

Uitleg tekstdoel en tekstsoort 

Slide 21 - Slide

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Tekstdoel informeren 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoel overtuigen 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoel activeren 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoel amuseren 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions


Ben je klaar? Ga lezen of aan de slag met een ander vak. 
Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
Wil je meer uitleg? Kom bij mij zitten.
overleggen op fluisterniveau
Wil je extra oefenen? 
Kom bij mij langs.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

HERHALING HERHALING HERHALING HERHALING HERHALING HERHALING
HERHALING HERHALING HERHALING HERHALING HERHALING HERHALING
HERHALING HERHALING HERHALING HERHALING HERHALING HERHALING
HERHALING HERHALING HERHALING HERHALING HERHALING HERHALING
HERHALING HERHALING HERHALING HERHALING HERHALING HERHALING
KRIJGEN WE IETS NIEUWS VANDAAG? NEE, MAAR WEL VEEL:

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Ga op zoek naar de signaalwoorden. Welk tekstverband hoort daarbij?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions


Ben je klaar? Ga lezen of aan de slag met een ander vak. 
Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
Wil je meer uitleg? Kom bij mij zitten.
overleggen op fluisterniveau
Wil je extra oefenen? 
Kom bij mij langs.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
We werken aan de volgende leerdoelen:

  1. Je benoemt hoe je open- en meerkeuzevragen beantwoord.
  2. Je benoemt wat de functies zijn van een inleiding en slot.
  3. Je gebruikt passende  tussenkopjes voor alinea's.
  4. Je verwoordt de hoofdgedachte van een tekst.
  5. Je onderscheidt tekstverbanden in een tekst met behulp van signaalwoorden.
  6. Je onderscheidt tekstdoelen aan de hand van verschillende tekstsoorten.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions