Week 19 Nederlands havo 3 spelling hoofdstuk 5

Nederlands 3 havo week 19
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Nederlands 3 havo week 19

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Boekopdracht

Aan het begin van rapportperiode 3 heb ik jullie gevraagd om een nieuw leesboek uit te zoeken. 

Check vanmiddag je mail! Mevrouw Thiemens zal de opdracht sturen. Weest gerust, het is geen boekverslag!

Slide 4 - Slide

Lees nu 10 minuten in je leesboek. Dat doe je natuurlijk elke dag 

Slide 5 - Slide

Spelling opfrissen- wat weet ik al?

Slide 6 - Slide

Welk woord past in de zin? Op het 50-jarig huwelijksfeest van haar ouders mocht Janine een gedicht.......
A
Oplezen.
B
Declameren.
C
Samenvatten.
D
A, B en C zijn fout.

Slide 7 - Quiz

Vul het juiste woord in. Volgens de coach van het Nederlands elftal moet je veel ..........hebben om te trainen.
A
Inzet.
B
Energie.
C
discipline
D
A, B en C zijn fout.

Slide 8 - Quiz

Vul het juiste woord in. Waarom hield de officier van justitie zo'n fel.........om te voorkomen dat deze crimineel vervroegd vrij zou komen?
A
Debat.
B
Gesprek.
C
Pleidooi.
D
Betoog.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Maar eerst...
Even ontspannen, voordat we aan de nieuwe weektaak beginnen......

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

Weet je nu wanneer je een komma, een dubbele punt, aanhalingstekens en een puntkomma moet gebruiken?



Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide