hv 1p 2709 2019 lit. begrippen

HV 1 P
Welkom
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 65 min

Items in this lesson

HV 1 P
Welkom

Slide 1 - Slide

Lekker lezen
Leg je huiswerkschrift 
opengeslagen op je tafel
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Programma vandaag


  • Fictie 
  • Nieuwsquiz als er tijd is




Slide 3 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van de les ken je 7 literaire begrippen

Slide 4 - Slide

Welke vragen heb je nog over?

Slide 5 - Slide

Fictie
Verzonnen verhalen: fictie. Hierin speelt een hoofdpersoon van wie je weet wat hij/zij denkt.

Doel van fictie: amuseren.  De verhalen kunnen ook realistisch zijn, maar de vorm waarin ze zijn opgeschreven is fictie.

 



Slide 6 - Slide

Non-fictie
De informatie bij non-fictie is niet verzonnen. Het doel van non-fictie is informeren. Denk daarbij aan lesboeken, woordenboeken, de krant, tijdschrift, kookboeken, enz.
 



Slide 7 - Slide

Verhalen
Er zijn allerlei soorten verhalen. Al deze verhalen kun je verdelen in twee categorieën: 

1. realistische verhalen: wat in het verhaal gebeurt, kan in de werkelijkheid ook echt gebeuren.
niet-realistische verhalen: wat in het verhaal gebeurt, kan niet in de werkelijkheid plaatsvinden. 


Slide 8 - Slide

Begrippen
- Personage => karaktereigenschappen (hoe iemand is, bv. vrolijk, lui of rustig)
- Personage= > uiterlijke kenmerken (hoe hij eruit ziet, bv blond, kleding, kleur ogen, slank of gezet)
- Fysieke ruimte: ruimte waarin het verhaal zich afspeelt bv. een kasteel in het Verenigd Koninkrijk
- Perspectief:  Dat ligt bij de persoon van wie je als lezer (het meeste) weet wat hij allemaal denkt en voelt 

Slide 9 - Slide

Begrippen
- Spanning: waardoor het verhaal spannend wordt, b.v. als je iets nog niet weet (wie de moord gepleegd heeft) of als de ruimte spannend beschreven wordt 
- Cliffhanger: wanneer een hoofdstuk eindigt op een spannend moment: dan wil je doorlezen
Genre: het soort verhaal waarom het gaat: b.v. een historisch verhaal, een thriller of een sciencefiction verhaal

Slide 10 - Slide

Luister naar het verhaal 
Met je groepje let je speciaal op een bepaald onderdeel = opschrijven!!
  • Groep 1 let op uiterlijke kenmerken van de personages
  • Groep 2 let op karaktereigenschappen
  • Groep 3 let op de fysieke ruimte
  • Groep 4 let op de spanning
  • Groep 5 let op het perspectief

Slide 11 - Slide

Terugkoppeling 

  • Groep 1: uiterlijke kenmerken 
  • Groep 2: karaktereigenschappen
  • Groep 3: fysieke ruimte
  • Groep 4: spanning
  • Groep 5: perspectief

Slide 12 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je werkwoorden correct spellen in de tt, vt en volt.tijd

Slide 13 - Slide