This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Aan het einde van deze les...
Kun je het verschil tussen negatieve en positieve feedback uitleggen.
Ken je een aantal tips voor het geven van feedback.
Kun je uitleggen waarom feedback nodig en belangrijk is bij het samenwerken.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Feedback geven doe je zo
Geef feedback direct (niet pas weken later)
Begin met de ik- boodschap
Beschrijf wat je ziet, waarneemt
Zeg wat dit met je doet
Slide 4 - Slide
Feedback krijgen doe je zo:
Luister rustig en goed naar wat een ander te zeggen heeft.
Let vooral op wat hij/zij zegt en minder op hoe het gezegd wordt.
Check of je het goed begrepen hebt: Jij vindt dus dat…
Zeg of jij iets hebt aan de opmerkingen: Ik zou misschien…
Als je het er niet mee eens bent, zeg dat dan eerlijk zonder negatieve klank.
Bedank hem of haar voor de moeite en de tips.
Slide 5 - Slide
Het doel van feedback geven is ...
timer
0:30
A
geruststellen
B
overtuigen
C
tips geven
D
beledigen
Slide 6 - Quiz
De juiste houding om feedback te geven is ...
timer
0:30
A
rustig
B
agressief
C
verdedigend
D
aarzelend
Slide 7 - Quiz
De juiste houding om feedback te krijgen is ...
timer
0:30
A
verdedigend
B
gelaten
C
belangstellend
D
arrogant
Slide 8 - Quiz
Waarom is feedback ontvangen altijd lastig?
timer
0:30
A
Het roept in je hersenen boosheid en verdriet op.
B
Het roept in je hersenen adrenaline op.
C
Het roept in je hersenen angst en verdediging op.
D
Het geeft je hersenen een positieve impuls
Slide 9 - Quiz
Hoe kun je het beste reageren op die gevoelens?
timer
0:30
A
Aan gevoelens moet je gewoon toegeven.
B
Je moet je gevoelens beheersen en erover nadenken.
C
Tegen zulke gevoelens moet je blijven vechten.
D
In de verdediging gaan
Slide 10 - Quiz
Situaties
Lees op de volgende pagina's de vijf situaties en bedenk of jullie feedback zouden geven in zo'n geval. Bedenk steeds een reden om WEL feedback te geven, maar ook een reden om dat NIET te doen.
Slide 11 - Slide
Situatie 1
Je zit in de klas. De leerkracht legt iets uit wat je niet begrijpt. De uitleg gaat snel en een beetje rommelig. Het is nog steeds erg onduidelijk. Eigenlijk snap je er niets van
Slide 12 - Slide
Situatie 2
Je broer of zus draait keiharde muziek, terwijl jij die 'moeilijke' toets wil leren. Je kan je slecht concentreren op je huiswerk.
Slide 13 - Slide
Situatie 3
Je bent een toets aan het maken. Vraag 3 is moeilijk, oneerlijk zelfs. De vraag gaat over iets wat je niet moest leren.
Slide 14 - Slide
Situatie 4
Je vrienden willen een weekend weg. Jij hebt geen zin om te gaan omdat het vorige keer daar uit de hand liep. Je hebt al drie keer gezegd dat je niet mee wilt. Ze vragen het nog een keer.
Slide 15 - Slide
Situatie 5
Je wil je projectbegeleider wat vragen, maar omdat ze het druk heeft snauwt ze naar je dat je je vragen maar even uit moet stellen.
Slide 16 - Slide
Feedback geven aan je leraar
Je leraar legt iets uit, veel te snel, en helemaal onduidelijk. Je snapt er niets van. Bekijk de afbeelding.
Hoe zal de leraar reageren op deze feedback, denk jij?
Slide 17 - Slide
Feedback geven aan je vrienden
Je vrienden willen een weekend weg, maar jij hebt geen zin. Bekijk de afbeelding.