Organisatie en overleg week 3

1 / 37
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

het picken van 10 orders
A
Taak
B
Bevoegdheid
C
Verantwoordelijkheid

Slide 5 - Quiz

Voor 250.000euro nieuwe heftrucks mogen bestellen
A
Taak
B
Bevoegdheid
C
Verantwoordelijkheid

Slide 6 - Quiz

Aan het einde van de dag moeten alle ritten voor morgen zijn gepland
A
Taak
B
Bevoegdheid
C
Verantwoordelijkheid

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Terugkoppeling Werkoverleg

Slide 9 - Slide

Hoe vond je jullie werkoverleg gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Feedback

Slide 11 - Slide

Waar denk jij aan bij feedback?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Het doel van feedback geven is ...

A
geruststellen
B
overtuigen
C
verbeteren
D
beledigen

Slide 14 - Quiz

de arena
kwaliteiten zijn aan beiden bekend
Het beeld dat je van jezelf hebt = het beeld dat anderen van je hebben.
het masker
verborgen eigenschappen: je kent ze zelf wel, maar de ander is niet bekend met dat deel van jou. vb Thuis laat je ze wel zien maar op je werk/school niet.
Je profileert je niet sterk, de ander heeft niet het juiste beeld van je.
het onbewuste
Onbekend betekent dat het verborgen is. U ziet of weet het niet en de ander ook niet.
Deze eigenschappen worden zichtbaar op onverwachte  momenten, dan verbaas je jezelf en anderen.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

De juiste houding om feedback te geven is ...

A
rustig
B
agressief
C
verdedigend
D
aarzelend

Slide 17 - Quiz

De juiste houding om feedback te krijgen is ...

A
verdedigend
B
gelaten
C
belangstellend
D
arrogant

Slide 18 - Quiz

Waarom is feedback ontvangen altijd lastig?
A
Het roept in je hersenen boosheid en verdriet op.
B
Het roept in je hersenen adrenaline op.
C
Het roept in je hersenen angst en verdediging op.
D
Het geeft je hersenen een positieve impuls

Slide 19 - Quiz

Hoe kun je het beste reageren op die gevoelens?

A
Aan gevoelens moet je gewoon toegeven.
B
Je moet je gevoelens beheersen en erover nadenken.
C
Tegen zulke gevoelens moet je blijven vechten.
D
In de verdediging gaan

Slide 20 - Quiz

Waarom moet je iemand bedanken voor feedback?

A
Dat is beleefd en beschaafd.
B
Aan goede feedback heb je veel, het is een cadeau.
C
Goede feedback is zeldzaam dus wees er zuinig op.
D
Ik bedank helemaal niet

Slide 21 - Quiz

Situaties
Lees op de volgende pagina's de vijf situaties en  bedenk of jullie feedback zouden geven in zo'n geval. Bedenk steeds een reden om WEL feedback te geven, maar ook een reden om dat NIET te doen.

Slide 22 - Slide

Situatie 1 
Je zit in de klas. De leerkracht legt iets uit wat je niet begrijpt. De uitleg gaat snel en een beetje rommelig. Het is nog steeds erg onduidelijk. Eigenlijk snap je er niets van

Slide 23 - Slide

Situatie 2 
Je huisgenoot draait keiharde muziek, terwijl jij die 'moeilijke' logistiek toets wil leren. Je kan je slecht concentreren op je huiswerk.

Slide 24 - Slide

Situatie 3 
Je bent de logistiek toets aan het maken. Vraag 3 is moeilijk, oneerlijk zelfs. De vraag gaat over iets wat je niet moest leren.

Slide 25 - Slide

Situatie 4
Je vrienden willen een weekend weg. Jij hebt geen zin om te gaan omdat het vorige keer daar uit de hand liep. Je hebt al drie keer gezegd dat je niet mee wilt. Ze vragen het nog een keer.

Slide 26 - Slide

Situatie 5
Je wil je leidinggevende wat vragen, maar omdat ze het druk heeft snauwt ze naar je dat je je vragen maar even uit moet stellen. 

Slide 27 - Slide

Feedback geven aan je leraar
Je leraar legt iets uit, veel te snel, en helemaal onduidelijk. Je snapt er niets van. Bekijk de afbeelding.
Hoe zal de leraar reageren op deze feedback, denk jij?

Slide 28 - Slide

Feedback geven aan je vrienden

Je vrienden willen een weekend weg, maar jij hebt geen zin. Bekijk de afbeelding. 
Hoe zullen je vrienden reageren, denk jij?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

brainstorm per 2
Wat helpt om feedback te aanhoren
en er iets mee te doen?

Slide 31 - Mind map

"liggen die tijdschriften hier nu weeral rond te slingeren?"

(op je werk, tegen een collega)

Slide 32 - Open question

"je roept zo tegen Herman, hij is niet doof hoor"
(op je werk, tegen een collega, over een cliënt die het Nederlands niet zo goed begrijpt)

Slide 33 - Open question

Marie = je medecursist, heeft je cursus geleend, maar geeft die beschadigd en met kreukels terug. Geef haar constructieve feedback.

Slide 34 - Open question

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Geef feedback over de les
(een tip en een top)
timer
1:00

Slide 37 - Open question