H3.2 Chili: differentiatieles

3.2 Chili beeft

1 / 35
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare school

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

3.2 Chili beeft

Slide 1 - Slide

Deze les
Uitleg over seismisch gat 
Uitleg over diepte en zwaarte van aardbevingen 
Zelf bepalen waar jouw 'seismisch gat' zit - in je kennis
En dat gat verkleinen: je kennis vergroten 

Slide 2 - Slide

In hoeverre kun je een aardbeving voorspellen?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Link

Seismisch gat

Slide 5 - Slide

Seismisch gat
  • Ontlading spanning
  • Het niet ontladen gebied is het seismisch gat.


Slide 6 - Slide

Seismisch gat?
  • Seismisch gat: Als in een gebied al een lange tijd geen aardbeving is geweest en in de omliggende gebieden wel.

  • Een aardbeving verlicht de druk op een bepaald punt. Maar niet alle gebieden kennen even vaak aardbevingen.

Slide 7 - Slide

Zwaarte van aardbevingen
Veel aardbevingen zijn zo licht dat je ze niet eens voelt. 
Een aardbeving duurt seconten tot een aantal minuten. 

- De druk die is opgebouwd. 
- Soort plaatbeweging. 
- Diepte van het hypocentrum. 


Slide 8 - Slide

Deze les verder individueel: 
Open deze presentatie in Magister
Je krijgt een aantal vragen...
Je antwoord laat zien welke kennis je al wel en welke kennis je niet beheerst. 
Je krijgt een opdracht die past bij jouw kennisniveau 

Slide 9 - Slide

Endogene krachten
Exogene krachten
Aardbevingen
Erosie
Verwering
Vulkanisme
Platentektoniek
Sedimentatie

Slide 10 - Drag question

Zet de omschrijvingen op de juiste plaats
Mantel
Magma
Platen
Kern
Convectiestroom
Lava
Dikke laag onder de aardkorst, bestaande uit heet gesteente.
Heet, vloeibaar gesteente in de aardmantel. Hetzelfde als lava, maar dan onder de grond.
Stukken aardkorst waarop de continenten en oceanen liggen.
Binnenste van de aarde: een grote ijzeren kogel van meer dan vijfduizend graden Celsius.
Drijvende kracht achter de platentektoniek: warme magma komt omhoog, stuit op de aardkorst en stroomt opzij.
Vloeibaar gesteente dat uit de aarde komt.

Slide 11 - Drag question

Dit waren vragen over endogene en exogene krachten.... Ging dit goed? 

Ja... ga naar de volgende vragen

Nee: Lees en vat samen: BB97

Slide 12 - Slide

Convergentie
Divergentie
Transform

Slide 13 - Drag question

mid-oceanische rug
divergentie
trog
subductie

Slide 14 - Drag question

Wat gebeurt er bij subductie?
A
Twee oceanische platen bewegen uit elkaar.
B
De continentale plaat duikt weg onder de oceanische plaat.
C
Een oceanische plaat en een continentale plaat bewegen langs elkaar.
D
De oceanische plaat duikt onder de continentale plaat.

Slide 15 - Quiz

Subductie is altijd convergentie. Maar convergentie is niet altijd subductie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Sleep de omschrijving naar de juiste plek (let op: ze zijn ongelijk verdeeld!
Convergente breuk
Divergente breuk
Transforme breuk
Nieuwe aardkorst
Korst verdwijnt
Mid-oceanische rug

Slide 17 - Drag question

Hooggebergtes ontstaan door
A
divergentie
B
transforme plaatbeweging
C
convergentie
D
vulkanisme

Slide 18 - Quiz

Dit waren vragen over platentektoniek: ging dit goed? 
Ja: Ga door naar de volgende vragen

Nee: Lees BB100 en BB101 en BB112 en maak 1 en 2

Slide 19 - Slide

Hypocentrum
Epicentrum

Slide 20 - Drag question

Wat meet je met de schaal van Richter?
A
de kracht van een tsunami
B
de kracht van een aardbeving
C
de kracht van een vulkaan
D
de kracht van de sterkste ijsbeer op aarde

Slide 21 - Quiz

De schaal van Richter gaat van
A
1 tot 5
B
1 tot 10
C
1 tot 12

Slide 22 - Quiz

Hoeveel sterker is 8 op de schaal van Richter dan 6 op de schaal van Richter?
A
100 keer
B
10 keer
C
2 keer
D
200 keer

Slide 23 - Quiz

Kennis over aardbevingen
Ging dit goed: Ga door naar de volgende vragen

Ging dit niet zo goed: Lees en vat samen BB106 en maak: 3 en 5

Slide 24 - Slide

Oud gebergte
Jong gebergte
Afgeronde toppen
Smalle, diepe dalen
Spitse toppen
Brede, ondiepe dalen
Veel reliëf
Weinig reliëf

Slide 25 - Drag question

Jong gebergte
Oud gebergte
Hoge spitse toppen
Diepe dalen
Afgesleten toppen
Weinig hoogteverschil

Slide 26 - Drag question

Erosie is...
A
De schurende werking van water, ijs en wind
B
Groeien van de berg
C
Het neerleggen van zand en klei
D
Een soort aardbeving

Slide 27 - Quiz

Door erosie...
A
Worden gebergtes hoger
B
Worden gebergtes lager
C
Worden gebergtes opgebouwd
D
Breken stukken gebergte af

Slide 28 - Quiz

Een exogene kracht is erosie, wat is er nodig voor erosie?
A
Wind, water of ijs
B
Materiaal in wind water of ijs
C
Hoge temperaturen
D
Gesteente

Slide 29 - Quiz

Kennis over gebergtevorming
Ging dit goed? ga naar de volgende vraag

Zo niet: lees en vat samen BB110 en BB114 en maak: 6 en 8 

Slide 30 - Slide

Zet de hoogtegordels op de juiste plaats in de tekening.
loofboomgordel
naaldboomgordel
alpenweiden
rotsgordel
eeuwige sneeuw

Slide 31 - Drag question

De boomgrens op een berg
A
Ligt overal op dezelfde hoogte
B
Ligt in warme gebieder hoger dan in koude gebieden
C
Ligt in warme gebieden lager dan in koude gebieden
D
De hoogte van de berg bepaalt waar de boomgrens ligt

Slide 32 - Quiz

Kennis over hoogtegordels
Beheers je dit goed? Ga door naar de volgende slide

Beheers je dit nog niet: Lees BB51 en maak vraag 7

Slide 33 - Slide

Beheers je alles al? 
Vooruitwerken: Verdiep je in de gesteentekringloop
Lees BB111
Kijk de video in de slide hierna
Maak de opdracht in Magister 

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video