This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
MEERVOUDEN
in hs 3 Spelling, leerde je:
- meervouden op -en goed spellen
lamp + en = lampen
boer + en = boeren
dans + en = dansen
lot + en = loten
Soms moet je tegelijk de laatste letter verdubbelen,
want je hoort een korte klank
klas + s + en = klassen
bak + k + en = bakken
bed + d + en = bedden
Soms moet je tegelijk een a, e, o of u weghalen,
want je hoort een lange klank
schaar - a + en = scharen
been - e + en = benen
sloot - o + en = sloten
Soms moet je tegelijk een -f veranderen in een -v
raaf + f/v + en = raven
brief + f/v + en = brieven
golf + f/v + en = golven
Soms moet je tegelijk een -s veranderen in een -z
baas + s/z + en = bazen
huis + s/z + en = huizen
mees + s/z + en = mezen
Woorden die eindigen op -ee of -ie maak je langer met -ën of met -"n (let op de plaats van de klemtoon)
fee = feeën
knie = knieën
bacterie = bacteriën
porie = poriën
op
- s en 's
-S = vaste s
'S = apostrof s
REGELS VAN HET MEERVOUD OP -S EN 'S
KENNEN EN KUNNEN GEBRUIKEN
- meervouden op -s (vaste s) goed spellen
- meervouden op 's (apostrof s) goed spellen