Media

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3

Welk cijfer ga je scoren op de toets?

1. Maak de zin af.

Communicatie:

1. vindt alleen plaats als je met iemand praat.
2. B is altijd tweezijdig.
3. is het doorgeven en ontvangen van informatie.
4. is een ander woord voor massamedia.

2. Jacobien leest een mooi boek van Carrie Slee uit de bibliotheek. Wie of wat is de zender in deze situatie?

1. Jacobien.
2. Het boek.
3. Carrie Slee.
4. De bibliotheek.

3. Jacobien leest een mooi boek van Carrie Slee uit de bibliotheek. Wie of wat is het medium in deze situatie?

1. Jacobien.
2. Het boek.
3. Carrie Slee.
4. De bibliotheek.

4. Welke twee voorbeelden horen bij het begrip non-verbale communicatie?

1. Gebarentaal en symbolen.
2. Twitteren en verkeersborden.
3. Foto’s en krantenadvertenties.
4. Vloeken en schilderijen.

5. Wat is een voorbeeld van tweezijdige communicatie?

1. Een e-mail.
2. Een telefoongesprek.
3. Een boek.
4. Een toespraak door de koning.

6. Wat is een belangrijk kenmerk van massacommunicatie?

1. Het gaat om meerzijdige communicatie.
2. De informatie is voor iedereen bedoeld.
3. Een (medium) middel is niet noodzakelijk.
4. Het gaat om verbale communicatie.

7. ………… en ………. zijn voorbeelden van massamedia.
Welke woorden zijn weggelaten?

1. Een appje; een verkeersbord.
2. Een dagboek; een tijdschrift.
3. Een krant; een verjaardagskaart.
4. Een flyer; een website.

Populaire kranten
Kwaliteitskranten

1. Kwaliteitskranten en populaire kranten staan hieronder door elkaar. Wat zijn twee kwaliteitskranten?

1. De Telegraaf en Trouw.
2. NRC en de Volkskrant.
3. Metro en het AD.
4. Het AD en de Volkskrant.

2. Kwaliteitskranten en populaire kranten staan hieronder door elkaar. Wat zijn twee populaire kranten?

1. Trouw en de Volkskrant.
2. NRC en De Telegraaf.
3. NRC en het AD.
4. De Telegraaf en het AD.

3. Je vindt ……………. vaak in een kwaliteitskrant, maar minder vaak in een populaire krant.

Welk nieuws is hier weggelaten?

1. sportnieuws.
2. nieuws over criminaliteit.
3. politiek nieuws.
4. amusementsnieuws.

Wat vonden jullie van deze les?

1. Stom!
2. Wel oké...
3. Leuk.
4. Super leuk!