herhalen MEDIA

6. Wat is een belangrijk kenmerk van massacommunicatie?

A
Het gaat om meerzijdige communicatie.
B
De informatie is voor iedereen bedoeld.
C
Een (medium) middel is niet noodzakelijk.
D
Het gaat om verbale communicatie.
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6. Wat is een belangrijk kenmerk van massacommunicatie?

A
Het gaat om meerzijdige communicatie.
B
De informatie is voor iedereen bedoeld.
C
Een (medium) middel is niet noodzakelijk.
D
Het gaat om verbale communicatie.

Slide 1 - Quiz

7. ………… en ………. zijn voorbeelden van massamedia.
Welke woorden zijn weggelaten?
A
Een appje; een verkeersbord.
B
Een dagboek; een tijdschrift.
C
Een krant; een verjaardagskaart.
D
Een flyer; een website.

Slide 2 - Quiz

“Bij massamedia is de informatie voor veel mensen bedoeld.”


A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

2. Jacobien leest een mooi boek van Carrie Slee uit de bibliotheek. Wie of wat is de zender in deze situatie?
A
Jacobien.
B
Het boek.
C
Carrie Slee.
D
De bibliotheek.

Slide 4 - Quiz

Klasgenoot
Telefoon
Jij 
Informatie
''Het eerste uur ben je vrij''
Zender
Ontvanger
Medium

Slide 5 - Drag question

2: Commerciële omroepen

Voorbeelden: RTL 4, SBS 6, Net5
Radio: Radio538, Skyradio

Verdienen geld met reclame uitzenden.
Kunnen daardoor blijven bestaan.

Slide 6 - Slide

Bij de tv heb je commerciële zenders en publieke omroepen.
Bij de radio heb je:
A
alleen commerciële zenders
B
ook commerciële zenders en publieke omroepen
C
alleen publieke omroepen
D
geen commerciële zenders en publieke omroepen

Slide 7 - Quiz

In Nederland zijn commerciële zenders en publieke omroepen.
Een voorbeeld van een commerciële zender is

A
BNN
B
SBS6
C
AVROTROS
D
NPO3

Slide 8 - Quiz

Commerciële omroepen hebben als doel om winst te maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Je vindt ……………. vaak in een kwaliteitskrant, maar minder vaak in een populaire krant.

Welk nieuws is hier weggelaten?
A
sportnieuws.
B
nieuws over criminaliteit.
C
politiek nieuws.
D
amusementsnieuws.

Slide 10 - Quiz

NIEUWS
Niet alles dat gebeurd wordt een nieuwsitem van gemaakt. Journalisten maken keuzes en stellen 4 vragen om dit te bepalen.

- Is het nieuws actueel?
- Is het bijzonder?
- Gaat het over BEKENDE mensen?
- Vinden de lezers/kijkers het interessant?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De overheid mag zich niet bemoeien met wat journalisten schrijven. Dit noemen we:
A
censuur
B
mediawijs
C
persvrijheid

Slide 14 - Quiz

Persvrijheid
De vrijheid van journalisten om berichten te kunnen maken zonder eerst toestemming te vragen.

Slide 15 - Slide

Maak de zin af. Als je mediawijs bent:
A
maak je weinig gebruik van de media
B
hoef je geen informatie meer te checken
C
bekijk je steeds of berichten betrouwbaar zijn

Slide 16 - Quiz

“In reclamespots zie je vaak beelden en gevoelens die mensen over moeten halen iets te kopen.”
A
Dit is juist
B
Dit is onjuist

Slide 17 - Quiz



Om ervoor te zorgen dat je iets graag wilt kopen, maakt reclame gebruik van:

  • Gevoelens

  • Bekende mensen 
  • Ideaalbeelden: Beelden van mensen en situaties die er perfect uitzien
Reclametrucjes

Slide 18 - Slide

Welke reclametruc wordt toegepast in de foto?
A
Gevoel
B
Ideaalbeeld
C
Bekende mensen
D
Prijzen

Slide 19 - Quiz