Unité 7-lesson 1

1 / 39
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 85 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Aujourd'hui, je _____________ un exercice de grammaire.
A
Fait
B
Fais

Slide 7 - Quiz

Nous______________la vaisselle ensemble.
A
Faisons
B
Font

Slide 8 - Quiz

Pendant l'été, elles
___________du camping.
A
Faites
B
Font

Slide 9 - Quiz

Tu__________du shopping en ligne ?
A
Fais
B
Font

Slide 10 - Quiz

On__________du vélo samedi ?
A
Fais
B
Fait

Slide 11 - Quiz

Vous_________souvent du sport ?
A
Fais
B
Faites

Slide 12 - Quiz

Je
Tu
Il/ elle/ on
Nous
Vous
Ils / elles

   Faites

Fais

Fais

Faisons

Fait 

Font

Slide 13 - Drag question

__________un message de mes parents. (u heeft)

Slide 14 - Open question

Comme dessert,_________
une glace. (ik neem)

Slide 15 - Open question


_______au collège en car scolaire. (mijn broers gaan)

Slide 16 - Open question

__________envoyer des cartes postales. (zij wil)

Slide 17 - Open question

Pourquoi_____________
encore ici ? (ben jij)

Slide 18 - Open question

_________en vacances à la plage. (wij zijn)

Slide 19 - Open question

Vertaal naar het Frans:
__________beaucoup de photos. (wij maken)

Slide 20 - Open question

Vertaal naar het Frans: _________une surprise pour la Saint-Nicolas. (zij maken)

Slide 21 - Open question

Vertaal naar het Frans: Dimanche,_______ une partie de golf. (jij maakt)

Slide 22 - Open question

1. Tu as passé combien de ''temps'' sur ton portable? Deux heures?
A
Een postzegel
B
De tijd
C
De wereld
D
Een geheugen

Slide 23 - Quiz

2. Mon ordinateur a 'Une mémoire' de 8GB
A
Een postzegel
B
Ik stuur
C
De wereld
D
Een geheugen

Slide 24 - Quiz

3. Une journée 'sans' internet. C'est possible?
A
Zonder
B
Ik stuur
C
De wereld
D
Een geheugen

Slide 25 - Quiz

'J'envoie' une lettre par la poste.
A
Een postzegel
B
Ik stuur
C
De wereld
D
Een geheugen

Slide 26 - Quiz

Tu as un téléphone portable 'fantastique'!
A
Een postzegel
B
Ik stuur
C
Fantastisch
D
Een geheugen

Slide 27 - Quiz

Regarde la photo. C'est 'un souvenir' de mes vacances.
A
Een herinnering
B
Ik stuur
C
De wereld
D
Een geheugen

Slide 28 - Quiz

Vous avez 'timbre' pour la carte postable?
A
Een postzegel
B
Ik stuur
C
De wereld
D
Een geheugen

Slide 29 - Quiz

8. Beaucoup de personnes dans 'le monde' parlent français.
A
Een postzegel
B
Ik stuur
C
De wereld
D
Een geheugen

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Sleep aan waar in de inleiding een vraag over wordt gesteld.
A. Hoeveel tijd je bezig bent op je mobiel
B. Wanneer je vooral gebruikmaakt van je mobiel. 
C. Wat je doet met je mobiel. 
D. Wie er weleens een brief of een kaart stuurt. 

Slide 32 - Drag question

Léonie 
Matthieu 
Op wie hebben de volgende zinnen in de inleiding vooral betrekking?
Qui envoie encore une lettre ou une carte postale?
Tu as passé combien de temps sur ton portable aujourd'hui

Slide 33 - Drag question

Vrai ou Faux: Mathieu heeft al een paar jaar een mobiel
A
Vrai
B
Faux

Slide 34 - Quiz

Vrai ou Faux: Matthieu is altijd online
A
Vrai
B
Faux

Slide 35 - Quiz

Vrai ou Faux: Matthieu kijkt niet op zijn mobiel als hij op straat loopt.
A
Vrai
B
Faux

Slide 36 - Quiz

Vrai ou Faux: Matthieu belt veel met zijn vrienden.
A
Vrai
B
Faux

Slide 37 - Quiz

Wat doet Matthieu allemaal met zijn mobiele telefoon? Kies er vier dingen.
berichten sturen
muziek luisteren
foto's maken
vloggen
films kijken
spelletjes spelen
Chatten

Slide 38 - Drag question

Slide 39 - Slide