Whg-informelle Briefe-19-9-Heft zurück

1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hausaufgabe war:
1) Wiederholung Adjektive und Geschlecht, Seite 102-109 lesen

& Grammatik-Training-Aufgabe 12, 13 und 14 machen = Seite 80-81

2) Lernen: Schreibmittel persoonlijke mail/brief: Seite 20 & 86/87



Slide 2 - Slide

Ziel dieser Stunde:
Schreiben:
- ich wiederhole Form und Konventionen von informellen Briefen
- ich kann Fehler erkennen und korrigieren
- ich bekomme Feedback auf meine Briefe



Slide 3 - Slide

Datum
Wanneer je je brief begint, noteer je de datum links boven op je brief.

Bijvoorbeeld: 
21. Dezember 2022
21.12.2022

Slide 4 - Slide

Anrede (aanhef)
Je begint je brief altijd met een aanhef.

Als je aan een meisje schrijft: Liebe Anna,
Als je aan een jongen schrijft: Lieber Peter,

! Vergeet hier niet de komma!

Slide 5 - Slide

Erster Buchstabe klein
Na je aanhef begin je je brief:

Liebe Anna,
wie geht es dir?

--> je begint dus met een kleine letter !

Slide 6 - Slide

Absätze (alinea's)
Ook in een brief is het belangrijk voor de lezer dat hij/zij een helder verhaal krijgt. Gebruik daarom alinea's.

- elk deelonderwerp is 1 alinea
- zorg dat de alinea's netjes op elkaar aansluiten
- tijdens je SE noteer je het deelonderwerp voor de kantlijn

Slide 7 - Slide

Grußformel (slotgroet)
Je sluit een persoonlijke brief of mail af met een groet.
Na de laatste zin groet je met bijvoorbeeld:
- Tschüs!
- Mach's gut!
- Viele Grüße 
- Alles Gute
LET OP: na de groet krijg je GEEN komma

Gevolgd door je naam (dit schrijf je onder de groet)
als je een meisje bent: Deine Christel
als je een jongen bent: Dein Hans

Slide 8 - Slide

Eens even kijken of jullie het doorhebben...

Slide 9 - Slide

De datum bij een brief noteer je zo:
A
11 November 2022
B
11.11.2022
C
11. November 2022
D
11. November

Slide 10 - Quiz

Hoe is de aanhef als je een brief
of e-mail aan Anne stuurt?

Slide 11 - Open question

Hoe is de aanhef als je een brief
of e-mail aan Peter stuurt?

Slide 12 - Open question

De eerste letter van de inhoud (na de aanhef) is een...
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 13 - Quiz

de juiste afsluiting is:
A
liebe grüße
B
Grüße
C
Liebe Grüße
D
Liebe grüsse

Slide 14 - Quiz

Je eindigt de persoonlijke brief of e-mail met je...
A
voornaam
B
voor- en achternaam
C
voorletter en achternaam
D
je achternaam

Slide 15 - Quiz

Hoe zeg je "hoe gaat het met je?"
in het Duits?
A
wie geht es mit dir?
B
wie geht es mit dich?
C
wie geht es dich?
D
wie geht es dir?

Slide 16 - Quiz

Bij een persoonlijke brief of e-mail spreek je degene aan met "Sie"
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

In een persoonlijke e-mail spreek je degene altijd aan met...

Slide 18 - Open question

Bij een brief schrijf je de datum ...
A
wel
B
niet

Slide 19 - Quiz

Sleep de zinnen in de juiste volgorde!
Lieber Peter,
wie geht es dir?
Liebe Grüße
je voornaam

Slide 20 - Drag question

Wat is correct?
A
Herzlichen dank
B
Herzlichen Dank
C
Herzlich Dank
D
Herzlich dank

Slide 21 - Quiz

Ik verheug me op jouw mail.
A
Ich verheue mich auf deine Mail.
B
Ich bin froh auf deine Mail.
C
Ich freue mich auf deine Mail.

Slide 22 - Quiz

Ik zou je iets willen vragen.
A
Ich möchte dich etwas fragen.
B
Ich hätte eine Bitte an dich.
C
Ich möchte dir etwas fragen.

Slide 23 - Quiz

Hoe reageer je goed op de vraag:
Wie geht es dir?
A
Mit mir geht es gut.
B
Mir geht es gut.

Slide 24 - Quiz

Hoe gaat het verder?
Ich weiß nicht, ...
A
ob das eine gute Idee ist.
B
oder das eine gute Idee ist.

Slide 25 - Quiz

Hoe gaat het verder?
Bringe ich das Handy gern ins Hotel, ...
A
ob nicht?
B
oder nicht?

Slide 26 - Quiz

Hoe vertaal je:
op internet?

Slide 27 - Open question

Hoe vertaal je:
haar mail?

Slide 28 - Open question

Hoe vertaal je:
jouw mail?

Slide 29 - Open question

Hoe vertaal je:
een beetje?

Slide 30 - Open question

Ziel: ich kann Fehler erkennen und korrigieren
In jedem Satz ist ein (halber) Fehler. Kannst du alle finden und verbessern? 
1) Ich war bei die Show von Jan Böhmermann.
2) Meine Meinung ist, das Tessa sympathisch ist.
3) Ich finde, dass Jan so nicht darf handeln.
4) Ich denke, dass er Tessa lächerlich macht und das ist nicht so hübsch.
5) Tessa ähnelt im Allgemeinen eine lustige Frau, aber ihre Briefe sind nicht in Ordnung.
timer
4:00

Slide 31 - Slide

Ziel: ich kann Fehler erkennen und korrigieren
In jedem Satz ist ein (halber) Fehler. Kannst du alle finden und verbessern? 
  1. Ich war bei die Show von Jan Böhmermann.
  2. Meine Meinung ist, das Tessa sympathisch ist.
  3. Ich finde, dass Jan so nicht darf handeln.
  4. Ich denke, dass er Tessa lächerlich macht und das ist nicht so hübsch.
  5. Tessa ähnelt im Allgemeinen eine lustige Frau, aber ihre Briefe sind nicht in Ordnung.

Slide 32 - Slide

Ziel: ich kann Fehler erkennen und vermeiden
1) Je krijgt jouw schrift terug.

2) Welke fouten heb je vaak gemaakt? 
Schrijf op in jouw schrift: "Hierop ga ik letten: ...".
=> hoofdletters, werkwoorden niet vervoegd, verkeerde woordenschat, afsluiting/naam vergeten, ...
3) Lees nog een keer de tips in de Reader, blz. 8/9.
Wat doe je al en wat ga in de toekomst nog meer doen?

Grammatica-fouten: 
bij 200 Woorden = 19 f = 5,6

Slide 33 - Slide

Tips in de reader - deze ga ik in de toekomst gebruiken:

Slide 34 - Open question

Wil je volgende week tijdens vakhulp (na het 7e uur) jouw brieven bespreken?
Ja, gerne!
Nein, danke.
Ich denke darüber nach.

Slide 35 - Poll

Slide 36 - Slide