This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
welke functie heeft kauwen van voedsel?
A
Het kauwen bevordert de reflux.
B
Kauwen voorkomt de vorming van galstenen.
C
enzymen in spijsverteringssappen hun werk goed doen.
D
eiwitten, suiker en zetmeel direct worden opgenomen in het
bloed.
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
welke stof in het maagsap doodt de bacterieen?
A
ammoniak
B
aminozuur
C
zoutzuur
D
enzymen
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
slokdarm
Maag
dunne darm
colon
oesofagus
dikke darm
duodenum
gastr
Slide 16 - Drag question
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
welke taken heeft de lever?
A
De lever maakt insuline.
B
De lever maakt alvleessap.
C
De lever slaat suiker op
D
de lever maakt eiwitten aan uit aminozuren
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Stelling I: Een beschadiging van alvleesklierweefsel kan leiden tot diabetes. Stelling II: Overmatige consumptie van alcohol kan leiden tot een alvleesklierontsteking.