8.3 + 8.4 - Hoe kunnen landen zich ontwikkelen + Hoe dragen wij ons steentje bij?
Hoofdstuk 8
Paragraaf 3 - Hoe kunnen landen zich ontwikkelen?
Paragraaf 4 - Hoe dragen wij ons steentje bij?
/
4TL
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 8
Paragraaf 3 - Hoe kunnen landen zich ontwikkelen?
Paragraaf 4 - Hoe dragen wij ons steentje bij?
/
4TL
Slide 1 - Slide
Wat moet ik kennen en kunnen?
5 verschillende vormen van ontwikkelingshulp kunnen benoemen en voorbeelden kunnen noemen.
Weten wat een microkrediet is en hoe dit werkt.
Weten wat Fairtrade is en hoe dit werkt.
Weten wat NL doet aan ontwikkelingshulp.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Soorten ontwikkelingshulp
Noodhulp = hulp die gericht is op het verlenen van basisbehoeften
Vaak n.a.v. oorlogen, natuurrampen.
Voorbeeld: Eten, drinken, medicijnen, tenten en kleding
Structurele hulp = hulp om de oorzaken van armoede te bestrijden.
Voorbeeld: Scholing, gezondheidszorg, infrastructuur, werk
Slide 4 - Slide
Soorten ontwikkelingshulp
Bilaterale hulp = Hulp die rechtstreeks tussen twee landen gaat
Bijvoorbeeld Nederland geeft geld aan Ghana om het onderwijs te verbeteren.
Gebonden hulp = Hulp waaraan voorwaarden zijn verbonden
Bijvoorbeeld dat het in Nederland moet worden aangeschaft bij een bedrijf.
Ongebonden hulp = Is hulp zonder voorwaarden
Nederland geeft een miljoen aan de VN tegen armoede.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Zou jij als boer in ontwikkelingsland een microkrediet willen of fairtrade? Geef een argument voor je mening.
Slide 8 - Open question
Wat doet NL aan ontwikkelingshulp?
De Nederlandse overheid stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar voor ontwikkelingssamenwerking.
Daarnaast wordt er jaarlijks geld gereserveerd voor noodhulp aan slachtoffers van oorlogsgeweld en natuurrampen.
Slide 9 - Slide
Wat doet NL aan ontwikkelingshulp?
De doelstelling van de Verenigde Naties (VN) is dat landen ten minste 0,7% van hun nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking besteden.
De overheid geeft subsidies aan Nederlandse bedrijven die in ontwikkelingslanden investeren in fabrieken of andere bedrijven.
Slide 10 - Slide
Zou jij bij de verkiezingen op een partij stemmen die veel of weinig geld geeft aan ontwikkelingshulp? Geef een argument voor je mening
Slide 11 - Open question
Wat bedoelen we met 'bilaterale hulp'?
A
Hulp van de
Verenigde Naties
B
Hulp voor en door
meerdere landen
C
Hulp tussen twee landen onderling
D
Hulp voor economische zelfstandigheid
Slide 12 - Quiz
Cambodja is getroffen door een zware aardbeving en krijgt hulp uit Nederland. Met het geld dat Cambodja van Nederland heeft gekregen, moet in Nederland worden besteed voor nieuwe goederen/diensten. Om welke vorm van ontwikkelingshulp gaat het hierom?
A
Noodhulp
B
gebonden hulp
C
ongebonden hulp
D
structurele hulp
Slide 13 - Quiz
Hoe helpt fairtrade boeren in ontwikkelingslanden.
A
Fairtrade zorgt voor dat de producten van de boeren in arme landen eerlijk prijs krijgen.
B
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
C
Wereldhandelsorganisatie
D
Een voorwaarde is dat kleine boeren organiseren en samenwerken. (Cooperaties
Slide 14 - Quiz
Wat moet ik kennen en kunnen?
5 verschillende vormen van ontwikkelingshulp kunnen benoemen en voorbeelden kunnen noemen.