Koeien, paarden, schapen en geiten, alle graseters, hebben een wei nodig.
De regel hiervoor is: schrijf het woord met-n wanneer het woord een zelfstandig gebruikt wordt én het woord personen aanduidt.
'Allen' is juist als:
Na een heftige ruzie spraken beiden lange tijd geen woord.
Velen gingen meteen naar huis, maar sommigen bleven napraten.