H3.3 signaalwoorden - overtuigende tekst en ballon 25

Welkom 


Spullen klaarleggen.
Werkboek B!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom 


Spullen klaarleggen.
Werkboek B!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • 20 minuten werken aan H3.3
  • uitleg Ballon debat
  • voorbereiden ballondebat 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

H3.3 - Lezen - Opdracht 8
We gaan zo een tekst over friet van McDonalds lezen.
De tekst komt uit het tijdschrift Margriet.

Wie kent dat tijdschrift?
Voor wie is het tijdschrift bedoeld?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Tijdens het lezen
Zoek in iedere alinea een feit.
Markeer deze feiten.

Slide 7 - Slide

Overtuigende teksten
In een overtuigende tekst geeft de schrijver zijn mening. Het doel is dat de lezer die mening overneemt. De schrijver geeft argumenten om de lezer te overtuigen van zijn gelijk.
Voorbeelden: ingezonden brief, column, recensie, blog.



Slide 8 - Slide

Overtuigende teksten
Een overtuigende tekst heeft vaak de volgende opbouw.
• Inleiding: de mening van de schrijver. Dit wordt ook wel het standpunt genoemd.
• Kern: de argumenten. Dit zijn vaak feiten.
• Slot: de conclusie. Hier herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening.



Slide 9 - Slide

Na het lezen
Je hebt friet gegeten bij McDonalds.
Wat vond je ervan?
De beste friet ooit gegeten of heel smerig?



Slide 10 - Slide

Overtuigende teksten
Een overtuigende tekst heeft vaak de volgende opbouw.
• Inleiding: de mening van de schrijver. Dit wordt ook wel het standpunt genoemd.
• Kern: de argumenten. Dit zijn vaak feiten.
• Slot: de conclusie. Hier herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening.



Slide 11 - Slide

Signaalwoorden voor een argument:
- want
- omdat
- namelijk
- immers

* Argumenten vind je meestal in het middenstuk

Slide 12 - Slide

Signaalwoorden: voorbeelden
  • Bijvoorbeeld
  • Zoals
  • Zo
  • Ter illustratie
  • Een voorbeeld hiervan 

Slide 13 - Slide

Ballondebat
vijf mensen in een ballon.
Het gaat mis...

Wie mag er in de ballon blijven en overleeft?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Voorbereiding en huiswerk
Kies een personage waar de wereld niet zonder kan en volgens jou in de ballon moet blijven.
Bedenk argumenten waarom jouw personage in de ballon moet blijven.
Werk alleen of in een tweetal. Samen voorbereiden, 1 iemand voert het debat.

Slide 16 - Slide

Personage
Kies een personage die iedereen kent.
Alles mag: wereldleiders, YouTube-sterren, politici, artiesten, Disneyfiguren, sporters etc.

Je vertelt wie jij bent en waarom de wereld echt niet zonder jou kan. Wat beteken jij voor de wereld?
Tijd: 1 minuut

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Werkwijze 
Iedereen levert zijn/haar personage in op een briefje
We trekken 5 personages.
De 5 personages krijgen nog 2 minuten voorbereidingstijd.

Debat:
Ieder personage vertelt in 1 minuut waarom hij/zij in de ballon moet blijven. De klas stemt.

Slide 19 - Slide

Huiswerk
volgende les
Voorbereiden op ballondebat.
Kies een personage en bedenk waarom hij/zij in de ballon moet blijven.



Slide 20 - Slide