Kijk- en luisteren --> leerwerk

Kijk- en luistertoets 
Leren

- Actualiteitenprogramma/journaal
- Mening/ervaring
- Lichaamstaal
- Dialoog, informeren en overtuigen

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Kijk- en luistertoets 
Leren

- Actualiteitenprogramma/journaal
- Mening/ervaring
- Lichaamstaal
- Dialoog, informeren en overtuigen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Actualiteitenprogramma/journaal
Het nieuws kun je op elk moment van de dag in de media volgen: op radio en tv, in de krant en op internet. Het nieuws op radio en tv krijg je in het journaal.  Daarin wordt het belangrijkste nieuws van dat moment verteld. 

Het tv-journaal heeft vaste onderdelen: 
Het journaal begint met een opsommingen van onderwerpen.
Een nieuwslezer vertelt het nieuws of leest het voor. 
Tussendoor zie je filmpjes over een onderwerp. Vaak zie je daarin een verslaggever op de plaats waar het onderwerp zich afspeelt. Hij geeft uitleg of interviewt mensen. 
Het journaal eindigt met een weerbericht. 




Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Actualiteitenprogramma/journaal

In een actualiteitenprogramma worden enkele onderwerpen uit het nieuws besproken. De presentator vertelt iets over de geschiedenis van het onderwerp, laat andere mensen hun mening geven of interviewt een deskundige. 

In het journaal krijg je kort het nieuws van
de uren ervoor te horen en te zien. In een
actualiteitenprogramma wordt langer stilgestaan bij de
een onderwerp uit het nieuws.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Dialoog/informeren/overtuigen
Een gesprek tussen twee mensen noem je een dialoog. Met een dialoog of tweegesprek heb je een doel. Bijvoorbeeld informeren: iets nieuws vertellen of informatie geven. Er zijn dan twee mogelijkheden: de een geeft informatie en de de ander stelt vragen. Of je geeft elkaar informatie en stelt elkaar daar vragen over. 

Daarnaast kan de ander proberen jou in een gesprek te overtuigen. Dit kan hij of zij doen door middel van argumenten (dus waarom vindt hij of zij iets).  Het doel van overtuigen is dat jij het standpunt overneemt van de ander. Bijvoorbeeld: merkkleding draag ik niet, want dat vind ik belachelijk duur. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is een dialoog?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben argumenten en overtuigen met elkaar te maken?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Kijkvraag
Probeert Boyan in deze dialoog vooral te informeren of te overtuigen?

Slide 10 - Slide

Ik zal een aantal herhalingstaken klaarzetten in NUMO voor het SO.

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Lichaamstaal
- Let op lichaamstaal in een dialoog: 

- Kijk de ander je aan
- Zorg ervoor dat je niet onderuitgezakt zit.

Let goed op iemand of zijn haar houding, is hij of zij echt gemotiveerd? Als iemand tegen een wand hangt, gaat zuchten, je hoofd laat hangen, naar de grond kijkt, sip kijkt of jou niet aankijkt, dan is dit niet daadwerkelijk een motivatie. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Praten met je lichaam?
Met je lichaam laten zien hoe je je voelt = lichaamstaal

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je over lichaamstaal?


Theorie over lichaamstaal
Hoe herken je het?
Wat is het effect van lichaamstaal?

Oefenen met het gebruiken van lichaamstaal
Je kunt lichaamstaal herkennen en benoemen
Je weet hoe je lichaamstaal effectief inzet

Zelfstandig leren
Kern: zie studiewijzer in somtoday
Presentatie scheikundig element


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Met je ogen maak je contact met publiek
Je gezichtsuitdrukking is positief en enthousiast
Je gebruikt je handen om met gebaren je verhaal te versterken
Je maakt met beweging gebruik van de ruimte

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Houding presentatie
Je krijgt zo een filmpje te zien van Guido Weijers. Let tijdens het kijken op de volgende dingen:

  1. Intonatie/stemgebruik
  2. Houding
  3. Gebaren
  4. Gezichtsuitdrukking

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Houding presentatie
Noteer in je schrift:
Wat viel op bij Guido?
  1. Intonatie/stemgebruik
  2. Houding 
  3. Gebaren 
  4. Gezichtsuitdrukking

Slide 19 - Slide

This item has no instructions