Straffen

Straffen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GedragswetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Straffen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat denken jullie dat de beste straf is?

Slide 3 - Open question

3 soorten straffen 
1. Fysieke straffen: lichamelijke prikkels toedienen 
2. Activiteitsstraffen: activiteiten opleggen of verbieden 
3. Sociale straffen: via negatieve emoties tonen dat je ontevreden bent of de relatie met het kind onderbreken.

Slide 4 - Slide

Fysieke 
straf 
positieve  
Activiteitsstraf 
positieve 
sociale 
straf 
positieve 
kind slaan 
huis stofzuigen 
iemand bespotten 

Slide 5 - Drag question

fysieke 
straf 
negatief 
acivietsstraf 
negatief 
sociale straf 
negatieve
geen knuffel voor bedtijd 
afnemen van zakgeld 
negeren/ buitensluiten

Slide 6 - Drag question

reden waarom straffen niet goed werken  

1. kind ervaart straf niet als straf
2. straffen gebeurd niet consequent
3. straf wordt niet onmiddellijk na ongewenst gedrag
4. bekrachtiging is sterker dan de straf


Slide 7 - Slide

Neveneffecten van straffen 
1.  effect van korte duur: straf moet steeds zwaarder 
2. straf gepaard met woede: slecht voorbeeld 
3. kan leiden tot aangeleerde hulpeloosheid 
( = je aan je lot overnemen en geen actie ondernemen om eraan te ontsnappen) 
4. Ontsnappingsgedrag: zoeken naar manieren om het gedrag te vertonen zonder betrapt te worden 


Slide 8 - Slide

Andere aanpak 
  • Ongewenst gedrag uitdoven:  Ouders zoeken wat voor bekrachtiging het meebrengt en nemen het weg. Ze kunnen ook de uitlokkende factor wegnemen om het gedrag zo zich niet voor te komen.

Slide 9 - Slide

Martin Seligman 
https://www.youtube.com/watch?v=jEO3sJdoNV8&t=120s

Slide 10 - Slide

Zoek zelf enkele voorbeelden waarin een opvoeder ongewenst gedrag kan aanpakken door uitdoving of door de uitlokkende factor weg te nemen.

Slide 11 - Open question

10 aandachtspunten bij straffen
1. vertel waarom je straft                   
2. bestraf gedrag niet op de persoon                                         
3. dreigen zonder uitvoering heeft geen effect 
4. Zorg dat de straf voorspelbaar is 
5. negatieve straf boven positieve straf 
6. straf gelinkt aan ongewenst gedrag
7. Toon hoe het wel moet
8. Minder straffen dan bekrachtigen
9. Bespreek de straf achteraf kort
10. Consequent en snel

7.
8.
9.
10. 

Slide 12 - Slide

Waarom is het soms moeilijk om rekening te houden met deze aandachtspunten?

Slide 13 - Open question

Klaas ( 5 jaar) vliegt zonder eten naar bed, omdat hij zijn zusje continue plaagt.
A
geschikt
B
ongeschikt
C
eerder geschikt
D
eerder ongeschikt

Slide 14 - Quiz

Kirill (4 jaar) krijgt geen dessert, omdat hij zijn bord niet wil leegeten.
A
geschikt
B
ongeschikt
C
eerder geschikt
D
eerder ongeschikt

Slide 15 - Quiz

Jelke (9 jaar) moet helpen bij de afwas, omdat ze haar speelgoed niet wil opruimen.
A
geschikt
B
ongeschikt
C
eerder geschikt
D
eerder ongeschikt

Slide 16 - Quiz

Elif (3 jaar) krijgt een boze blik van mama als ze luidop vloekt.
A
geschikt
B
ongeschikt
C
eerder geschikt
D
eerder ongeschikt

Slide 17 - Quiz

Arthur (2 jaar) wordt in de crèche twee minuten apart gezet, omdat hij speelgoed afneemt van andere.
A
geschikt
B
ongeschikt
C
eerder geschikt
D
eerder ongeschikt

Slide 18 - Quiz

Janne (14) mag zaterdag niet naar de scouts, omdat ze een slecht rapport heeft.
A
geschikt
B
ongeschikt
C
eerder geschikt
D
eerder ongeschikt

Slide 19 - Quiz